Vermeende aanslagen
Q. heeft diverse voorwerpen, levensgevaarlijke mengsels en informatiedragers op zijn zolderkamer voorhanden gehad, die de kennelijke bestemming hadden brand te stichten of een ontploffing teweeg te brengen in publieke gebieden zoals de Botlek, het HSL traject en in het centrum van Den Haag tijdens Prinsjesdag, of die bestemd waren om diefstal met geweld te plegen of iemand wederrechtelijk van de vrijheid te beroven en te gijzelen. Hij heeft zich daarmee schuldig gemaakt aan voorbereidingshandelingen van zeer ernstige en gewelddadige feiten.
Dreigbrieven
Daarnaast heeft Q. wapens voorhanden gehad, dreigbrieven verstuurd naar een groot aantal bedrijven en instellingen, een poging gedaan de politie Westland te dwingen om station Hollands Spoor en station Haarlem te ontruimen en een diefstal gevolgd door geweld tegen personen gepleegd.
Aan Q. waren in totaal zeven feiten ten laste gelegd. Van twee daarvan is hij vrijgesproken. Daarom kon de rechtbank de eis van de officier van de justitie niet volgen.
Van twee feiten vrijgesproken
Q. is in de eerste plaats vrijgesproken van het vervaardigen van pyrotechnische mengsels. De rechtbank heeft geoordeeld dat geen van deze mengsels op het moment van aantreffen explosief waren en aan te merken waren als een kant-en-klaar wapen in de zin van de wet Wapens en Munitie. Ook is Q. vrijgesproken van een poging tot afpersing in vereniging van twee broers.
