woensdag, 6. januari 2010 - 15:20

Zwolse school niet aansprakelijk voor schade slachtoffer pooierboy

Zwolle

De rechtbank Zwolle-Lelystad heeft woensdag 6 januari uitspraak gedaan in de zaak van de scholiere die slachtoffer was geworden van een pooierboy. Zij had van de Zwolse scholengemeenschap, die zij in die periode bezocht, 50.000,- euro smartengeld en daarnaast schadevergoeding voor studievertraging gevorderd. De rechtbank heeft de vordering afgewezen omdat geen sprake is van onrechtmatig handelen van de school.

Aanleiding
De leerlinge bezocht de school van augustus 2001 tot december 2004. Zij stelt dat zij vanaf de eerste klas begon te spijbelen en door een pooierboy uit de klas werd gehaald. Het kwam regelmatig voor dat zij zonder dat haar moeder het wist niet naar school ging, maar elders onder leiding van de pooierboy werd misbruikt.

Verzuim
Volgens de leerlinge heeft de school niet voor een adequaat veiligheids- en absentiebeleid gezorgd waardoor zij slachtoffer is geworden van een pooierboy. Haar moeder werd over haar ongeoorloofd verzuim niet ingelicht, aldus de scholiere. De Landelijke Klachtencommissie onderwijs verklaarde in juni 2006 een klacht van de moeder tegen de school over het onveilig schoolklimaat en het ontoereikend absentiebeleid gegrond.

Reactie school
De school stelt dat het in de eerste plaats de verplichting van de moeder was om erop toe te zien dat haar dochter naar school ging. Het ongeoorloofd verzuim was niet zodanig dat het aan de leerplichtambtenaar moest worden gemeld. De school verwijst daarvoor naar uitdraaien van de absentieregistratie.

In de eerste klas was geen sprake van ongeoorloofd verzuim. In de tweede klas was de leerlinge elf uur ongeoorloofd absent. De moeder was toen telefonisch niet bereikbaar. De school heeft de scholiere erop aangesproken en haar de uren dubbel laten inhalen. Ook is de moeder in kennis gesteld. In de derde klas was de leerlinge volgens de school niet buitenproportioneel vaak afwezig.

Leerplichtambtenaar ingeschakeld
Vanwege de slechte bereikbaarheid van de moeder schakelde de school de leerplichtambtenaar in. In het vierde schooljaar was de leerlinge vier uur ongeoorloofd afwezig. De school heeft geprobeerd de scholiere door de jaren heen zoveel mogelijk te begeleiden.

Zorgplicht
De rechtbank legt de zorg voor een minderjarig kind primair bij de ouders.
Op een school rust wel een (ongeschreven) bijzondere zorgplicht voor de gezondheid en veiligheid van de leerlingen. Een school moet zich ervoor inspannen om gevaarlijke situaties te voorkomen of op te heffen.
De rechtbank beantwoordt de vraag of de school in dit geval deze bijzondere zorgplicht heeft geschonden ontkennend.

Overwegingen in deze zaak
Anders dan in de zaak bij Landelijke Klachtencommissie onderwijs is de school in de procedure bij de rechtbank met allerlei bewijsstukken gekomen over de (ongeoorloofde) afwezigheid van de leerlinge. De school heeft verzuimlijsten en aantekeningen van mentoren getoond, waaruit blijkt dat de scholiere in het eerste leerjaar geen enkele keer ongeoorloofd afwezig was.

In het tweede schooljaar is zij elf uur ongeoorloofd afwezig geweest waartegen de school is opgetreden. In het derde schooljaar heeft de school contact gezocht met de leerplichtambtenaar omdat de moeder van de scholiere uitermate moeilijk telefonisch te bereiken was op de dagen dat de scholiere ongeoorloofd niet op school was. De scholiere heeft tegen dat alles volgens de rechtbank te weinig ingebracht.

Dit geldt ook voor de veiligheidsmaatregelen die de school stelt te hebben genomen, waarbij speciale aandacht is geweest voor pooierboy-praktijken. Verder is de leerlinge in de loop van de rechtbankprocedure teruggekomen op haar stelling dat zij
vanaf de eerste dag door de pooierboy uit de klas werd gehaald.

Al met al wordt de vordering van de scholiere afgewezen. Omdat de scholiere ongelijk krijgt, moet zij de proceskosten van de school vergoeden.
Provincie:
Tag(s):