maandag, 23. mei 2011 - 10:43 Update: 08-07-2014 0:58

1 juli 2011: een explosieve datum voor gevaarlijke stoffen

Voor veel Nederlandse bedrijven die met gevaarlijke stoffen werken is 1 juli een kritieke datum. Elke twee jaar worden er op Europees niveau wijzigingen doorgevoerd in de complexe regelgeving ten aanzien van het werken met gevaarlijke stoffen.

Dit jaar wijzigen onder andere de regels voor etikettering en vrijstellingen. Bovendien worden de opleidingseisen aangescherpt. Voor de betreffende bedrijven heeft dat ingrijpende gevolgen. Uit onderzoek en contacten van belangenorganisatie EVO blijkt dat veiligheidsadviseurs binnen deze bedrijven vaak niet in staat zijn om tijdig aan de nieuwe regels te voldoen.

Dit is wel van groot belang, omdat calamiteiten grote gevolgen hebben voor de betreffende bedrijven en hun omgeving. Ook kunnen boetes voor het niet naleven van de wet oplopen van 400 tot 3000 euro. EVO vindt dat het bedrijfsleven extra ondersteuning nodig heeft om de kloof tussen wet- en regelgeving en praktijk te overbruggen. Daarom biedt EVO bedrijven, aanvullend op de verplichte opleiding van de overheid, extra hulp door middel van seminars en een nieuwe opleiding voor de praktische toepassing van de regels in het bedrijf.

Veel op het spel voor bedrijven en omgeving

2011 is weer een overgangsjaar waarin de wetgeving wordt aangepast. Om het bedrijfsleven de tijd te geven alle wijzigingen door te voeren is er sprake van een overgangstermijn van een halfjaar; na 1 juli a.s. zijn de regels dus echt van kracht. Vaak zijn bedrijven er dan nog niet klaar voor. Eén van de nieuwe regels is dat veel van de gevaarlijke stoffen moeten worden voorzien van een milieugevaarlijk-etiket. Een belangrijke aanpassing om de herkenning van deze stoffen af te stemmen op wereldwijde regels en om onnodige milieuschade te voorkomen.

Voor bedrijven met grote voorraden is het een hele klus om dit op orde te krijgen. Als dit niet op tijd lukt, levert dat problemen op met betrokken inspectiediensten, en dus boetes. Maar bij calamiteiten leidt het tot hoge en zelfs onoverkomelijke kosten en andere gevolgen, omdat de juiste informatie niet aanwezig is en door hulpdiensten dus niet passend kan worden gehandeld.

Behoefte aan praktische kennis

De nieuwe regels worden tijdig aan de betrokken organisaties gecommuniceerd, maar echte handvatten voor de praktische toepassing van deze regels ontbreken. De verplichte cursus tot veiligheidsadviseur is breed van opzet, terwijl de dagelijkse praktijk vraagt om meer specifieke en diepgaandere kennis, afgestemd op de werkzaamheden van het bedrijf.

EVO lanceert een nieuw product gericht op de praktische toepassingen van die complexe en steeds maar in beweging blijvende vervoerswetgeving, gericht op bedrijven die werken met gevaarlijke stoffen. Het gaat om een nieuwe reeks thematisch ingerichte seminars, die medewerkers meeneemt door de relevante wijzigingen in de wetgeving, zoals vrijstellingen, etikettering, vervoersdocumenten, veiligheidsplannen en jaarverslaglegging; onderwerpen waar zelfs de beste veiligheidsadviseurs mee worstelen.

Daarnaast biedt EVO een eendaagse training (Veiligheidsadviseur-plus) aan. Op basis van de specifieke kennisbehoefte van de veiligheidsadviseurs helpt EVO hen op maat bij het opstellen van veiligheidsplannen, inbedding in kwaliteitssystemen en de samenwerking met hulpdiensten en de overheid.

Rol EVO bij vervoer van gevaarlijke stoffen

EVO richt zich op het vergroten van de kennis bij bedrijven en onderhoudt een lobby bij de overheden voor een goede aansluiting tussen wetgeving en praktijk. Daarnaast biedt EVO haar leden ondersteuning via de helpdesk of de adviestak. Dat blijft hard nodig want EVO signaleert nog steeds een grote informatiebehoefte bij de leden.
Categorie:
Tag(s):