Rond 22.00 uur reed een politiebus met daarin drie agenten de tunnel aan de Kopermolen in. Zij zagen dat er een plas in de tunnel stond en dachten daar gewoon doorheen te kunnen rijden. Dat bleek echter niet het geval. Het water bleek net iets te diep en de bus viel stil. De agenten maakten zich nog niet druk en bestelden een takelwagen, om de bus weer op het droge te trekken. Door de zeer hevige regenval steeg het water echter ongelooflijk snel en bleef stijgen. Tevens kregen zij de deuren en ramen in eerste instantie niet open.
Een agent voorin slaagde erin een raam open te krijgen en klom daardoor naar buiten. Inmiddels kwamen andere agenten ter plaatse en slaagden zij erin ook de tweede agent, die voorin zat, uit het voertuig te halen. De derde agent zat achterin en kon er nog steeds niet uit. Het lukte een agent vanaf de buitenkant met een maglite (grote zaklantaarn) een gat in een ruit te slaan. De agent in de bus kon vervolgens met zijn voeten de ruit er verder uittrappen, waarna hij uit zijn zeer benarde positie kon worden bevrijd. De brandweer werd ingeschakeld om de politiebus te kunnen bergen.
