Eis 15 jaar cel voor moord in Gaanderen

Tegen een medeverdachte eiste de officier van justitie een gevangenisstraf die gelijk is aan de voorlopige hechtenis van de verdachte. Hij wordt verdacht van het wegmaken van het lichaam van het slachtoffer.

Gebeurtenissen
De 40-jarige verdachte uit Didam zou het slachtoffer met een ijzeren staaf op zijn hoofd geslagen hebben, waarna het slachtoffer van de trap viel. Onderaan de trap heeft de verdachte de keel van het slachtoffer dicht gedrukt. Uiteindelijk is het slachtoffer overleden. De 40-jarige verdachte heeft vervolgens samen met de 41-jarige verdachte uit Didam het lichaam van het slachtoffer gedumpt in het water. Het lichaam van het slachtoffer werd op 4 januari 2011 gevonden in de Bergsche Maas ter hoogte van Nederhemert-Zuid. Hij was op 1 december 2010 als vermist opgegeven.

Onderzoek
Beide verdachten zijn op 17 mei 2011 aangehouden. De beide verdachten beschuldigen elkaar van de moord. Het technische onderzoek, de verklaringen van verdachten en getuigen en een reconstructie maken dat het hierboven geschetste scenario het meest waarschijnlijk is. De officier van justitie in zijn requisitoir: ‘Verdachte (40) heeft bruut geweld uitgeoefend op het slachtoffer, op verschillende wijzen, tegen een achtergrond van wat niet veel meer dan een potentieel, ordinair financieel conflict of een hennepkwekerij lijkt te zijn. Een gevangenisstraf van 15 jaar is passend bij dit ernstige feit. Tegen de 41-jarige verdachte eiste de officier een gevangenisstraf die gelijk is aan de duur van de voorlopige hechtenis (ruim 5,5 maand). Deze verdachte is naar het oordeel van de deskundigen verminderd toerekeningsvatbaar en kon moeilijk weerstand bieden aan de druk die de medeverdachte op hem uitoefende om mee te helpen het lichaam weg te maken.

De rechtbank in Arnhem doet op 28 februari 2012 uitspraak.