Het spektakel bleef uit in de Oekraïnse stad. Al was het bijzonder dat beide doelpunten afkomstig waren van spelers van Manchester City. Nooit eerder scoorden twee spelers van dezelfde club voor twee verschillende ploegen op een eindtoernooi. Maar achteraf mochten de toeschouwers blij zijn twee doelpunten te hebben gezien.
De kansen bij Frankrijk - Engeland waren schaars. Al kon Engeland aanvoeren dat spits Wayne Rooney nog een schorsing moest uitzetten, diverse belangrijke krachten geblesseerd zijn en Jermaine Defoe nog kampte met de naweëen van droevige familie-omstandigheden. Hij kwam pas in de slotfase van de wedstrijd in het veld.
De eerste goede kans was voor James Milner. Maar hij kwam voor doelman Hugo Lloris net niet uit met zijn passen. Na een half uur kwamen The Three Lions op voorsprong. Een vrije trap van de rechterkant van Steven Gerrard werd knap binnengekopt door Joleon Lescott: 0-1. Maar in plaats van opluchting bij de withemden, kroop er een bepaalde angst in de ploeg.
Want binnen tien minuten lag de 1-1 in de touwen. Na een aanval over de rechterkant legde Franck Ribéry de bal terug. Samir Nasri controleerde de bal handig en haalde vervolgens van net buiten de zestien hard met zijn rechter uit. De bal verdween tussen de vallende doelman Joe Hart en de binnenkant van de paal binnen.
In de tweede helft leek het erop dat beide ploegen niet voor de winst durfden te gaan. Ook het inbrengen van Defoe en Jordan Henderson had niet het gewenste effect bij de Engelsen. In de Franse ploeg kreeg enkel Karim Benzema nog een kans. Het bleef echter bij 1-1. Wat het gevolg hiervan is voor de latere eindstand in de poule, is nog volledig onduidelijk.
