Gerechtshof geeft onverschillige Damschreeuwer hogere straf

Bovendien geldt er nog een bijzondere voorwaarde die bestaat uit een verbod op aanwezigheid bij de Nationale dodenherdenking op 4 mei op de Dam te Amsterdam gedurende een proeftijd van 5 jaren. De rechtbank had eerder een gevangenisstraf van 12 maanden waarvan 6 maanden voorwaardelijk opgelegd met dezelfde voorwaarde.

Bewezen
Het hof acht evenals de rechtbank bewezen dat de verdachte op 4 mei 2010 tijdens de Nationale dodenherdenking op de Dam te Amsterdam op roekeloze wijze gedurende de twee minuten stilte is doorgedrongen in de daar aanwezige menigte en vervolgens zijn armen heeft gespreid en angstaanjagend luidkeels heeft geschreeuwd.

Hierdoor is een gedeelte van de menigte ongecontroleerd in beweging is gekomen, waardoor een aantal personen fracturen en kneuzingen heeft opgelopen, hetgeen aan de schuld van de verdachte is te wijten.

Dat na de kreet van de verdachte iemand anders zou hebben gegild en dat er knallen —veroorzaakt door het vallen van hekken- zouden hebben geklonken doet daaraan volgens het hof niet af, nu dit ook het gevolg is van de kreet van de verdachte.

Dat door zijn schreeuw angst en paniek zou ontstaan bij de omstanders en dat als gevolg daarvan gewonden zouden vallen bij een massale paniekreactie in een menigte van duizenden dicht op elkaar staande mensen was volgens het hof voor de verdachte voorzienbaar.

Het hof wijst in dit verband op gebeurtenissen zoals 9/11, de aanslagen in Londen en Madrid en de aanslag in Apeldoorn op Koninginnedag op 30 april 2009, waardoor angstgevoelens bij mensen op een voor groot publiek toegankelijke plaats eerder worden opgeroepen.

Hogere straf
Het hof legt een hogere straf op dan de rechtbank omdat het hof tevens bewezen acht dat de verdachte opzettelijk door valse alarmkreten de rust heeft verstoord. Getuigen spreken van een doodskreet en van een ijzingwekkende gil die door merg en been ging.

Onverschillig
Bij de strafoplegging heeft het hof overwogen dat het gedrag van de verdachte niet alleen lichamelijk maar ook psychisch leed heeft veroorzaakt, zoals is gebleken uit verklaringen van slachtoffers. Ook rekent het hof de verdachte aan dat hij zich ter terechtzitting in hoger beroep onverschillig heeft getoond over hetgeen door zijn gedrag is veroorzaakt.