Gevangenisstraf en tbs voor moord, poging tot moord en mishandeling

De man is op 28 februari 2010 op moordpad gegaan. Eerst heeft hij een willekeurige voorbijganger op klaarlichte dag in het centrum van Heerlen doodgestoken. Daarna is hij met de trein naar Utrecht gegaan en heeft een poging gedaan om eveneens een toevallige voorbijganger om het leven te brengen met een hamer. Beide keren was er geen enkele aanleiding voor het geweld. Enige tijd daarvoor had de man, toen hij in de gevangenis zat in verband met een andere zaak, ook al geprobeerd een medegevangene van het leven te beroven. Een andere medegevangene werd bij die gelegenheid mishandeld. Toen de verdachte door de politie ondervraagd werd over de gebeurtenissen in Heerlen en Utrecht, mishandelde hij één van de agenten die het verhoor afnam.

Uit nieuw psychiatrisch en psychologisch onderzoek in het Pieter Baan Centrum blijkt dat de verdachte sterk verminderd toerekeningsvatbaar is. Hij zou onder meer lijden aan paranoïde schizofrenie. Vanwege een hoog risico op herhaling en een gebrek aan ziektebesef is het hof van oordeel dat oplegging van de tbs-maatregel met dwangverpleging noodzakelijk is. Anders dan de rechtbank Maastricht, die de verdachte volledig ontoerekeningsvatbaar verklaarde en ontsloeg van alle rechtsvervolging, vindt het gerechtshof ook oplegging van een straf geboden. Alles overziende, komt het hof – naast de tbs met dwangverpleging - tot een gevangenisstraf voor de duur van negen jaar.