donderdag, 11. oktober 2012 - 21:07 Update: 08-07-2014 0:46

'Houdbaar pensioneren is in kinderen investeren'

Sociale investeringen in kinderopvang, gelijke kansenonderwijs, zwangerschaps- en adoptieverlof en langer gezond werken en leren, betalen zich op termijn dubbel en dwars terug.

Dit zegt Anton Hemerijck in zijn oratie. Ongericht bezuinigen, zeker in het licht van de vergrijzing en toekomstige krapte op de arbeidsmarkt, is het paard achter de wagen spannen.

Beleidsreacties op economische ontwikkelingen - zoals crises - zijn niet goed te begrijpen zonder expliciet rekening te houden met de politiekinstitutionele context waarin ze vorm krijgen. Het beleidsdebat over de toekomst van de verzorgingsstaat in Europa gaat in de nasleep van de financiële crisis vooral over versobering door lagere uitkeringen, hogere premies, meer eigen bijdragen, pakketverkleiningen en arbeidsmarktderegulering.

Hemerijck laat zien dat de wetenschappelijke onderbouwing van wat hij een toerustingsagenda noemt, van gerichte investeringen in kinderen en menselijk kapitaal en het ondersteunen van werkende gezinnen, eerder leidt tot een hogere en meer hoogwaardige arbeidsdeelname, en daarmee duurzame groei.
In het licht van eurocrisis pleit Hemerijck ervoor om sociale investeringen een expliciete plaats te geven in een nieuw Europees macro-economisch beleidskader als een `EU sociaal investeringspact'. Dit als aanvulling op - niet ter vervanging van - het `fiscale compact ' waartoe Europese regeringsleiders in december 2011 besloten om begrotingstekorten en overheidschulden weg te werken.

Europese samenwerking, na de verzorgingsstaat de tweede belangwekkende institutionele innovatie van na de Tweede Wereldoorlog, ligt onder vuur in de nasleep van de financiële crisis. In het verbinden van de korte termijn budgettaire ombuigingen en lange termijn sociaal investeren zit het begin van een productieve oplossing voor een meer duurzaam economisch, sociaal en politiek Europa. Het macro-economische regime van de interne markt en de Europese Monetaire Unie was lange tijd gebaseerd op de gedachte dat publieke sociale uitgaven particulier economisch initiatief belemmert. Deze theorie ging op in de jaren zeventig en tachtig toen de verzorgingsstaat zich eenzijdig richtte op uitkeringen in de consumptieve sfeer.

Wanneer de verzorgingsstaat van de 21-ste eeuw zich meer toelegt op toerusting (in de kinderopvang, onderwijs, activerend arbeidsmarktbeleid, levenlang leren, etc), dan is sociaal beleid juist een `productieve factor' van formaat. Nu bestaat het gevaar dat economisch verantwoord sociaal beleid, gericht op het investeren in komende generaties, in de nasleep van de crisis verdwijnt, door de overgeleverde EMU en Stabiteitspact orthodoxie in de kiem wordt gesmoord door een economische theorie die geen recht doen aan nieuwe sociale, economische, en politiekinstitutionele werkelijkheden.
Categorie:
Tag(s):