donderdag, 5. juli 2012 - 22:56

Kinderombudsman: Kinderen onvoldoende gehoord

Den Haag

Kinderen in Nederland kunnen onvoldoende hun stem laten horen bij beslissingen die over hen gaan. Kinderen en hun ouders, maar ook hulpverleners, advocaten en rechters hebben te weinig kennis van de mogelijkheden voor minderjarigen om hun recht te halen of gehoord te worden in de rechtbank.

Hierdoor zijn de belangen van het kind onvoldoende geborgd in het Nederlandse personen- en familierecht, zo concludeert de Kinderombudsman Marc Dullaert in zijn onderzoek 'De bijzondere curator, een lot uit de loterij?' dat vandaag is aangeboden aan minister Opstelten van Veiligheid en Justitie.

De Kinderombudsman heeft de afgelopen maanden onderzoek gedaan naar de mogelijkheden voor minderjarigen om hun recht te halen of gehoord te worden bij een rechter als het gaat om hun verzorging en opvoeding.

Uit onderzoek komt naar voren dat zowel de rechtsingangen als de leeftijdsgrenzen een diffuus beeld oproepen. Al in 2003 adviseerde het Verweij-Jonkerinstituut om een laagdrempelige rechtsingang voor minderjarigen te creëren. Het kabinet nam dat advies niet over en gaf aan dat de toegang tot de rechter voor kinderen afdoende geregeld was.

Er zijn situaties waarin de belangen van de ouders en de minderjarigen niet overeenkomen, zoals bij de vaststelling van een omgangsregeling of uithuisplaatsing. De Nederlandse wet voorziet in die gevallen in de aanstelling van een bijzondere curator, die in de gerechtelijke procedure uitsluitend kan opkomen voor de belangen van het kind.

Lot uit de loterij
Uit het onderzoek blijkt dat er grote onbekendheid is met het bestaan van de bijzondere curator en de situaties waarin deze uitkomst kan bieden. Rechtbanken hanteren verder geen duidelijke lijn in de benoeming van bijzondere curatoren en ook zijn er geen kwaliteitsnormen waaraan de bijzondere curator moet voldoen. Dit leidt tot rechtsongelijkheid. Het krijgen van een bijzondere curator, die de belangen van het kind zou moeten borgen, is verworden tot een loterij. En je moet als kind maar hopen dat je een goed lot treft.

Het verdrag inzake de Rechten van het Kind stelt dat ieder kind de gelegenheid moet hebben om zijn of haar mening te geven in (juridische) kwesties die voor het kind van belang zijn. Ruim 150.000 kinderen hebben ieder jaar te maken met onder andere echtscheiding van de ouders, uithuisplaatsing, ondertoezichtstellingen of pleegzorgplaatsingen. Lang niet in al deze gevallen komt het kind in de verdrukking, maar het geeft wel aan dat het aantal omstandigheden waarin een bijzondere curator gewenst kan zijn fors is.

De Kinderombudsman pleit er dan ook voor om in alle situaties, waarin kinderen in de knel dreigen te raken, een bijzonder curator te benoemen. Ook moeten er kwaliteitsnormen worden opgesteld, waar bijzondere curatoren aan moeten voldoen. Aanbevolen wordt ook om te registreren hoe vaak een bijzonder curator wordt benoemd en om een landelijk registratiesysteem van bijzonder curatoren op te zetten.

Voor het onderzoek heeft de Kinderombudsman met onder meer rechters, bijzondere curatoren, medewerkers van Bureau Jeugdzorg en kinderen gesproken. De professionals zien ook graag verbetering op tal van vlakken die de Kinderombudsman benoemt.
Provincie:
Tag(s):