maandag, 29. oktober 2012 - 13:02

Nog te veel onduidelijkheid rond zwaailicht en sirene

Den Haag

Er blijkt onder automobilisten nog te veel onduidelijkheid te heersen als het er om gaat hoe men moet omgaan met politieauto’s, ambulances en brandweerauto’s die sirene en zwaailicht gebruiken oftewel de zogenaamde voorrangsvoertuigen.

Het Ministerie van Veiligheid en Justitie heeft de Landelijke Faciliteit Rampenbestrijding (LFR) opdracht gegeven om gedragsadviezen op te stellen voor weggebruikers bij confrontatie met voorrangsvoertuigen in het verkeer. Het onderzoek is uitgevoerd door het NIFV.

Methode
Aan de hand van een literatuurstudie, een verkennende analyse van 35 uur filmbeelden van en vanuit voorrangsvoertuigen met bijna 600 confrontaties tussen voorrangsvoertuig en weggebruiker, een enquête onder ruim 2000 bestuurders van voorrangsvoertuigen en een expertmeeting met deskundigen is inzicht gekregen in gedrag van weggebruikers.

Hierop en op basis van adviezen van bestuurders van voorrangsvoertuigen en geraadpleegde experts is een eerste aanzet gegeven tot het opstellen van (gedrags)adviezen voor weggebruikers.

Uitkomsten onderzoek
Er is weinig eerder onderzoek gedaan naar gedrag van weggebruikers bij confrontatie met voorrangsvoertuigen. In de praktijk blijken mensen het voorrangsvoertuig vaak laat op te merken en, nadat ze het hebben waargenomen, weten ze niet altijd wat ze moeten doen.

In de rijopleiding wordt veelal geleerd ruimte te maken voor een voorrangsvoertuig, maar er wordt niet geleerd hoe dit goed en veilig kan. Zo weten mensen niet of ze wel of niet door een rood verkeerslicht moeten rijden om ruimte te maken en wat ze moeten doen als ze geen ruimte kunnen maken.

Het ontbreekt de weggebruiker aan concrete gedragsadviezen. Het NIFV heeft in het project voorlopige gedragsadviezen opgesteld. In een vervolgproject zijn deze verder uitgewerkt. Op het congres van 18 december 2012 worden de resultaten van het vervolgproject bekendgemaakt.

Tussen de rijopleidingen van brandweer, politie en ambulance op het gebied van rijden met zwaailichten en sirene was tot voor kort nauwelijks sprake van afstemming. Hierdoor ontstaan er verschillen in het rijgedrag van chauffeurs van voorrangsvoertuigen.

Meer eenheid in het rijgedrag van bestuurders van voorrangsvoertuigen is wenselijk. Tot voor kort was er onduidelijkheid en discussie of de hulpdiensten wel of niet met zwaailichten en sirene mogen oefenen op de openbare weg. Een besluit van de minister van Veiligheid en Justitie hierover is in ontwikkeling.

Ruim 60% (bijna-)aanrijdingen
Hoeveel ongevallen met voorrangsvoertuigen plaatsvinden, is onbekend. Wel blijkt uit de enquête onder ruim 2000 chauffeurs van voorrangsvoertuigen dat ruim 60 procent van de respondenten bij een (bijna)ongeval betrokken is geweest.

Het NIFV hoopt in 2013 onderzoek te kunnen doen naar ongevalstatistieken van voorrangsvoertuigen in Nederland.
Provincie:
Tag(s):