dinsdag, 28. februari 2012 - 17:19

OM eist in hoger beroep 7 jaar cel voor poging moord op echtgenote

Hengstdijk

Het Openbaar Ministerie (OM) in Den Haag heeft vandaag in hoger beroep 7 jaar gevangenisstraf geëist tegen een 39-jarige man uit België. De man wordt ervan verdacht dat hij op 15 juni 2009 te Hengstdijk (gemeente Hulst, Zeeland) meermalen heeft geprobeerd zijn echtgenote om het leven te brengen.

De aanleiding van de gewelddadige actie van de man is zeer waarschijnlijk de eerdere bekentenis van het slachtoffer dat zij gevoelens had voor een andere man. Een aantal dagen later heeft verdachte 's nachts een hamer gepakt en haar daarmee op haar hoofd geslagen terwijl zij op dat moment lag te slapen. Daarna probeerde hij de vrouw te wurgen. Nadat het slachtoffer, dat wakker was geworden, de man had gesmeekt hiermee te stoppen en het alarmnummer te bellen, staakte hij de aanval. Het slachtoffer liep ondertussen naar de woning van de buren om hulp te zoeken, maar daar werd niet open gedaan. De verdachte is achter de vrouw aangegaan met een paraplu en sloeg wederom op haar in. Het slachtoffer probeerde de slagen af te weren en pakte de paraplu vast, waardoor deze afbrak. Daarna probeerde de verdachte de vrouw te steken met de afgebroken paraplu en raakte haar in haar hals, bovenarm, rug en tussen de schouderbladen. Nadat de vrouw toch bij de buren naar binnen werd gelaten was ze veilig voor de aanval van haar man.

In de visie van het OM heeft de verdachte zich verscheidene keren, te weten bij het wurgen, het slaan met de hamer en het steken met de afgebroken paraplu, schuldig gemaakt aan poging tot moord. Er is dus sprake van handelen met voorbedachte raad. Voorbedachte raad wijst erop dat verdachte zich rekenschap heeft gegeven van de betekenis en de gevolgen van zijn voorgenomen daad.

Bij de strafeis heeft de advocaat-generaal (OM) meegewogen dat verdachte door de vrouw te slaan met een hamer op haar hoofd en te steken met de afgebroken paraplu een levensbedreigende situatie heeft gecreëerd. De situatie had voor de vrouw fataal kunnen aflopen. De advocaat-generaal vindt dat een hogere strafeis dan die in eerste aanleg meer recht doet aan de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd.

De rechtbank veroordeelde de man eerder tot 4 jaar gevangenisstraf waarvan 6 maanden voorwaardelijk, bij een eis van de officier van justitie van 6 jaar cel. De verdachte was het niet eens met de uitspraak en stelde hiertegen hoger beroep in.
Provincie:
Tag(s):