zaterdag, 25. februari 2012 - 19:11

OM eist in hoger beroep celstraf in zaak tegen ‘Damschreeuwer’

Amsterdam

Het Openbaar Ministerie heeft vrijdag in hoger beroep een jaar cel waarvan 6 maanden voorwaardelijk geëist tegen de ‘Damschreeuwer'.

Deze man wordt ervan verdacht op 4 mei 2010 tijdens de dodenherdenking op de Dam in Amsterdam met een luide schreeuw de rust verstoord te hebben. In de paniek die daarop ontstond raakten meerdere personen gewond.

Het OM is van mening dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan rustverstoring door het geven van valse alarmkreten. Bovendien vindt het OM dat de verdachte er schuldig aan is dat bij een aantal slachtoffers lichamelijk letsel is ontstaan waardoor die slachtoffers enige tijd verhinderd waren hun dagelijkse bezigheden uit te voeren.

Paniek
"Direct na de schreeuw van verdachte brak paniek uit in de menigte. De menigte kwam in beweging door de schreeuw, hierdoor vielen dranghekken om waardoor de paniek nog groter werd en mensen onder de voet werden gelopen waardoor zij letsel opliepen. Elk gevolg dat ontstaan is, is terug te voeren op de initiërende schreeuw van verdachte. Met andere woorden, als de schreeuw van verdachte er niet was geweest, was er geen paniek ontstaan, waren de dranghekken niet omgevallen en hadden de mensen geen verwondingen opgelopen", aldus de advocaat-generaal (OM) op de zitting. Het OM vindt dus dat daar een voldoende logisch verband tussen zit.

Schreeuwer had beter kunnen weten
Het OM vindt dat de geëiste straf de ernst van de feiten rechtvaardigt. "Verdachte heeft zich zonder begrijpelijke verklaring op 4 mei 2010 op de Dam misdragen door de traditionele vreedzaamheid en stilte te verstoren met alle gevolgen vandien. Hij wist ook dat de Koninklijke familie relatief kort (één jaar) daarvoor ternauwernood aan een aanslag was ontsnapt. Hij wist of kon weten dat de bijeenkomst op de Dam hierdoor beladen was en dat alles en iedereen in opperste staat van paraatheid verkeerde", aldus het OM. Het OM is van mening dat als bijzondere voorwaarde bij het voorwaardelijk deel van de straf opgelegd moet worden dat hij 5 jaar niet aanwezig mag zijn bij de dodenherdenking op de Dam.

De rechtbank veroordeelde de man eerder conform de eis van de officier van justitie tot 12 maanden celstraf waarvan 6 maanden voorwaardelijk met dezelfde bijzondere voorwaarde die nu in hoger beroep is geëist. De verdachte stelde hoger beroep in tegen dit vonnis.
Provincie:
Tag(s):