De man verkeerde ten tijde van de doodslag op zijn broer in een psychose. De rechtbank Rotterdam concludeerde daarom dat de man ontoerekeningsvatbaar was.
Deskundigen achten de kans op herhaling klein; het is zeer goed mogelijk dat de psychose een eenmalig optredende gebeurtenis is geweest. Daarom ziet de rechtbank geen aanleiding om een maatregel dan wel verplichte hulp en begeleiding aan de verdachte op te leggen.
In afwachting van de definitieve uitspraak werd de man op 16 augustus 2012 al voorlopig vrijgelaten.