Tien jaar cel voor dodelijke steekpartij tijdens carnaval

De man werd die avond door messteken om het leven gebracht. Hij werd twee keer gestoken, een keer in de onderbuik en een keer in zijn been. Door deze laatste verwonding is de man doodgebloed. Op de beschikbare camerabeelden is een vechtpartij te zien, het slachtoffer is om 19.41 uur nog niet gewond en in leven. Om 19.43 uur komt de 112-melding van de steekpartij binnen bij de politie. Onderwerp van de ruzie is een scooter. Slachtoffer en verdachte komen beiden op voor een vriend, een bemoeienis met een trieste, en fatale afloop.

Voor het bewijs in deze zaak baseert de officier zich op de vele getuigenverklaringen, telefoongegevens en camerabeelden. Geen van de getuigen heeft het daadwerkelijke steken gezien en ook is er geen mes gevonden dat gelinkt kan worden aan het incident. Omdat de getuigen bijna allemaal onder invloed waren van alcohol en drugs, zijn alleen die verklaringen gebruikt waarvoor steunbewijs is. Aanvankelijk was afgesproken te zwijgen tegenover de politie. De verdachten en verschillende getuigen zijn daarom meer keren gehoord en drie van hen zijn aangehouden voor meineed.

Op basis van al het materiaal komt de officier tot wettig en overtuigend bewijs dat de 23-jarige verantwoordelijk moet worden gehouden voor het dodelijke steekincident; "een mensenleven is volstrekt zinloos op een heel verdrietige manier geëindigd". Dat de 21-jarige medeverdachte de steker zou zijn geweest, is onaannemelijk geworden. Wel eiste de officier van justitie tegen hem drie weken onvoorwaardelijke celstraf voor de twee mishandelingen die plaatsvonden in de aanloop naar het fatale incident. Tegen de 23-jarige man, die geen inzage heeft willen geven in de toedracht die avond en medewerking weigerde aan een onderzoek door een psycholoog, eiste de officier een gevangenisstraf van tien jaar onvoorwaardelijk voor de doodslag.