woensdag, 20. november 2013 - 10:59 Update: 03-07-2014 0:48

30.000 euro schadevergoeding voor ex-verdachte moord echtpaar Vis

Foto van rechter in toga | Archief EHF
Foto: Archief EHF
Zwolle

De rechtbank Overijssel oordeelt dat de man die verdacht werd van de moord op zijn ouders in 2009 recht heeft op een schadevergoeding van ruim 30.000 euro.

De man was langer dan drie jaar verdachte in de moordzaak op het echtpaar Vis uit Vollenhove en zat 100 dagen in verlopige hechtenis. In juni 2013 verklaarde de rechtbank de strafzaak tegen hem als beëindigd. Hij diende een verzoek tot schadevergoeding in bij de rechtbank van 100.000 euro.

Bovengemiddelde schade

De rechtbank wijst in deze zaak een vergoeding toe die drie keer hoger is dan het gebruikelijke bedrag. Zij acht het aannemelijk dat de man in bovengemiddelde mate immateriële schade heeft geleden door de ondergane voorlopige hechtenis vanwege de verdenking dat hij zijn beide ouders zou hebben omgebracht en de grote publieke aandacht die dat met zich bracht. Het bedrag van in totaal € 32.744,33 bestaat voor € 29.579,40 aan vergoeding van materiële en immateriële schade die hij leed door de inverzekeringstelling en de voorlopige hechtenis. Het deel van € 3.164,93 zijn de gemaakte kosten van rechtsbijstand.

De rechtbank lette bij het bepalen van de hoogte van de schadevergoeding ook op het feit dat deze strafzaak landelijk veel publiciteit had. De publieke aandacht en de daarmee gepaard gaande schade voor een verdachte van een dergelijk ernstig misdrijf is groter indien aan de verdenking kracht wordt bijgezet met voorlopige hechtenis.

Moord echtpaar Vollenhove

De man werd op 13 april 2010 in verzekering gesteld als verdachte van moord op zijn beide ouders in Vollenhove. Hij heeft zijn betrokkenheid bij dit delict altijd ontkend. Hij werd op 22 juli 2010 na 100 dagen in voorlopige hechtenis in vrijheid gesteld. Op 6 september 2011 heeft verzoeker een verzoek ingediend bij de rechtbank om de strafzaak tegen hem geëindigd te verklaren. Op 24 juni 2013 verklaarde de rechtbank Overijssel de strafzaak tegen de zoon als beëindigd. De Staat der Nederlanden moet de schadevergoeding betalen. Tegen de uitspraak van de rechtbank staat zowel voor het openbaar ministerie als voor verzoeker hoger beroep open bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden