woensdag, 1. mei 2013 - 9:30 Update: 03-07-2014 0:58

Acht ton voor uniek onderzoek naar innovatie van het nieuws

Foto van krant | Archief FBF.nl
Foto: Archief FBF.nl

De leerstoelgroep Journalistiek van de Vrije Universiteit Amsterdam heeft samen met het Centre for Media and Journalism Studies van de Rijksuniversiteit Groningen € 790.000, - gekregen binnen het Topsector programma Creatieve Industrie van onderzoeksfinancier NWO en de deelnemende mediaorganisaties. Voor het eerst wordt vanuit de gebruiker onderzocht hoe journalistieke organisaties hun informatie zo kunnen aanbieden dat die optimaal aansluit bij zowel het bestaande nieuwsgebruik als de veranderende journalistieke behoeften en nieuwsgewoonten van het publiek.

De VU en de RUG doen dat de komende vijf jaar samen met kranten van De Persgroep, de Noordelijke Dagblad Combinatie en de journalistieke programma’s van, NOS Nieuws, Nieuwsuur, EénVandaag, Buitenhof, EO en NCRV in het onderzoeksprogramma The New News Consumer: User-Based Innovation to Meet Paradigmatic Change in News Use and Media Habits.

De nieuwe nieuwsconsument
Veranderend gebruik van nieuws vraagt om het opnieuw afstemmen van journalistieke inhoud op nieuwe (sociale) platforms en (mobiele) informatiedragers. Geniet de krantenlezer net zo van een webapplicatie als van een papieren versie? Verwacht de gebruiker van NOS.nl automatisch meer diepgang dan van Nu.nl? Stelt de gebruiker dezelfde eisen aan een (mobiele) site van een krant, een nieuwszender of een actualiteitenrubriek? Sociale media als Facebook en Twitter lenen zich goed voor het toegankelijker maken van journalistiek. Andersom kunnen journalisten deze platforms inzetten om kennis van burgers en bedrijven te gebruiken om de kwaliteit van nieuws te verhogen. Maar hoe doe je dat optimaal? Hanteren nieuwsgebruikers één kwaliteitsmaatstaf voor waardevolle journalistiek of gelden er platformgebonden of merkspecifieke of zelfs momentgebonden maatstaven voor journalistieke kwaliteit?

Van de Volkskrant tot de EO
Hoogleraren Irene Costera Meijer (VU) en Marcel Broersma (RUG) werken in het onderzoek nauw samen met de deelnemende mediaorganisaties. In het onderzoek worden nieuwe methoden toegepast waarmee wordt onderzocht hoe nieuwsmedia worden gebruikt in het dagelijks leven. Afhankelijk van tijd, plaats, situatie, moment op de dag, het gebruikte apparaat, platform of medium verschilt het gebruik. Als Pieter en Kees hun werkdag gezamenlijk beginnen met het via uitzending gemist opgehaalde NOS Nieuws, dan heeft nieuws voor hen een andere functie en waarderen zij het anders dan Carla die ’s ochtends lekker de dag begint met de krant, of Ineke die even snel, als pauzemomentje, het nieuws checkt op haar App en een merkwaardig verhaal deelt via Facebook.

Nieuwe vertelstrategieën
Het unieke aan dit onderzoek is dat wetenschappers en de deelnemende redacties samen de betekenis van digitalisering voor veranderend nieuws- en informatiegebruik onderzoeken. Op basis van deze kennis kunnen gezamenlijk nieuwe producten, vertelstrategieën en formats worden ontwikkeld die èn kwalitatief goed zijn èn aansluiten op de veranderende behoeftes van het publiek. Dat betekent dat de vragen uit de journalistieke praktijk leidend zijn en bovendien dat er voortdurend wordt bekeken in hoeverre nieuwe nieuwsplatforms, gebruiksmogelijkheden en gebruiksgewoonten kunnen worden meegenomen in het onderzoek. Elk half jaar brengen de onderzoekers verslag uit, dus de uitkomsten zijn direct in de praktijk toe te passen.

Wie wil welk nieuws en tegen welke prijs?
Met de uitkomsten kunnen de nieuwsorganisaties hun journalistieke aanbod beter afstemmen op de voorkeuren en waardeperceptie van verschillende groepen: wie wil welk nieuws, wanneer, waar en waarom en tegen welke prijs? Zij krijgen inzicht in de aanschaf- en inschakelmomenten van nieuwsgebruikers: wanneer ze besluiten om een nieuwsproduct wel of niet te lezen/kijken/checken. Ze kunnen nieuwe nieuwsgenres en manieren van storytelling ontwikkelen en die (internationaal) doorverkopen (zoals BBC en the Guardian dat ook doen). Journalisten en marketeers leren uit dit onderzoek de veranderende nieuwsvoorkeuren en gebruiksgewoonten van het publiek en kunnen de huidige journalistieke routines hier zo nodig op aanpassen. Ook worden ze zich bewust van de divergerende nieuwswaarden van het publiek (op nieuwssites gelden niet altijd dezelfde journalistieke waarden als in de krant of op televisie) en kunnen ze de journalistieke organisatie (zoals routines, taakverdeling, functies) hier beter op laten aansluiten.