Agent na neerschieten collega niet vervolgd

'Gewapende verdachte'
De agent schoot op een collega van de Landelijke Eenheid,  in de veronderstelling dat dit een gewapende verdachte was.

In die bewuste nacht wordt door twee onopvallende auto's van de Landelijke Eenheid (voorheen KLPD) gesurveilleerd op de A50 tussen Apeldoorn en Zwolle. De agenten vragen informatie op over een kenteken en willen naar aanleiding hiervan de auto met dit kenteken controleren.

Dit gebeurt op een parkeerplaats langs de A50 in de gemeente Heerde. De bestuurder van de auto geeft geen volledige medewerking aan de controle en rijdt weg  in de richting Zwolle. Op dat moment is er een vermoeden dat de bestuurder mogelijk een vuurwapen in de auto heeft. Overigens is er uiteindelijk geen vuurwapen aangetroffen.

Beide auto's van de Landelijke Eenheid zetten de achtervolging in. De Landelijke Eenheid krijgt daarbij hulp van twee collega's van het voormalige korps Noord- en Oost-Gelderland, eveneens in een onopvallende auto. De auto wordt tot stoppen gedwongen en alle zes politiemensen stappen uit.

Vijf agenten trekken hun dienstwapen.  Eén agent van de Landelijke Eenheid loopt vanaf de achterzijde van de auto door het gras naar voren. Hij staat uiteindelijk met getrokken wapen in de berm, ter hoogte van het passagiers-portier, op enkele meters van de auto.

Een andere agent van de Landelijke Eenheid ziet slechts een silhouet, met een getrokken wapen. Hij denkt dat dit de bestuurder van de auto is, die aan de passagierskant uit de auto gekomen is. De agent ziet bovendien dat de agenten van het voormalige korps Noord- en Oost-Gelderland direct in de vuurlinie van het silhouet staan. Omdat de agent veronderstelt dat zijn collega's in direct gevaar verkeren, schiet hij gericht op het silhouet. 

Uit het onderzoek van de Rijksrecherche is gebleken dat deze handelwijze gezien de omstandigheden ter plaatse niet onbegrijpelijk is. Het OM heeft daarom besloten de agent niet te vervolgen.