Maatregelen tegen overvallen, zoals strikte begeleiding van en streng toezicht op notoire veelplegers, leveren aantoonbare resultaten op. Ook op straat was het gemiddeld genomen veiliger: er kwam minder straatroof voor, al waren zakkenrollers in 2012 juist weer wat actiever. In zijn reactie op de misdaadcijfers over 2012 concludeert korpschef Gerard Bouman dat de politie vorig jaar een uitmuntende prestatie heeft geleverd. Zeker gezien de omstandigheden zoals de intensieve en veel capaciteit.
Cijfers uitgelicht:
Aantal woninginbraken:
Vergeleken met 2010 hield de politie maar liefst bijna dertig procent meer woninginbraak-verdachten aan: een stijging van 3936 naar 5120. Het ophelderingspercentage in 2012 bleef met 9,2 procent gelijk aan 2011. In 2010 bedroeg dat 8,2 procent. Het aantal woninginbraken steeg vorig jaar licht met 2,6% naar 91.153. Bijna een derde daarvan betrof een poging. In 2011 registreerde de politie 88.761 en een jaar eerder 82.204 woninginbraken.
Straatroof en zakkenrollerij:
Landelijk gezien nam het aantal straatroven af van 7254 in 2011 naar 6941 vorig jaar. Zakkenrollers sloegen juist vaker toe: de statistieken noteerden zo’n tien procent groei van 31.636 (2011) naar 35.298 (2012). In een stad als Amsterdam steeg het aantal straatroven met vijf procent naar 1838. De cijfers voor zakkenrollerij vielen daar aanzienlijk hoger uit dan het landelijke gemiddelde: 8629 incidenten betekenden een vermeerdering van 37%.
Overvallen:
Het aantal (woning)overvallen daalde in 2012 met niet minder dan dertien procent: van 2272 in 2011 naar 1982. Wel waren meer ouderen in eigen huis het slachtoffer: tweehonderd 55-plussers om precies te zijn. Van alle overvallen was ongeveer een kwart (553) gericht op woningen: zo’n tien per week. De klassieke bankoverval is vrijwel verleden tijd. Naarmate banken net als supermarkten en tankstations betere beveiliging genieten, verschuiven overvallers hun werkterrein naar onbeschermde (kleinere) winkels en privépersonen, in het bijzonder ouderen. Die groep kreeg het vooral in de politieregio Rotterdam te verduren: maar liefst 43 ouderen waren thuis het slachtoffer. Amsterdam-Amstelland en Haaglanden telden er tien.
Zedenzaken:
Niet iedereen wil aangifte doen van zedenzaken. Dat is ook niet verplicht. Soms willen slachtoffers alleen hun verhaal kwijt. Wie hulp nodig heeft, verwijst de politie door naar de juiste instanties. Landelijke cijfers van meldingen zijn daarom betrekkelijk. Om een indicatie te geven: in een bepaalde politieregio meldden vorig jaar achthonderd mensen een zedendelict. Daarvan kregen 550 slachtoffers een informatief gesprek, bedoeld om de aangever te wijzen op alle, vaak langdurige gevolgen van een aangifte. Minder dan een derde van de melders besloot er een zaak van maken: 250 slachtoffers deden daadwerkelijk aangifte.
Amsterdam is volgens de AD Misdaadmeter van zaterdag opnieuw de onveiligste stad van het land. Dat komt volgens de krant vooral door het grote aantal inbrekers en zakkenrollers dat in de hoofdstad actief is.