dinsdag, 26. november 2013 - 23:06 Update: 03-07-2014 0:48

Jaar cel geëist tegen mishandelende taxichauffeur

Foto van agenten bij taxi | Archief EHF
Foto: Archief EHF
Utrecht

Het Openbaar Ministerie (OM) heeft dinsdag een jaar onvoorwaardelijke celstraf geëist tegen een 24-jarige taxichauffeur uit Amsterdam. Dit meldt het OM dinsdag.

De Amsterdammer wordt ervan verdacht in de nacht van 3 op 4 november 2012 als taxichauffeur een vrouw in Utrecht ernstig te hebben mishandeld.

Aanleiding was vermoedelijk onenigheid over de betaling van een taxirit. Om kwart over een 's nachts stapt de vrouw in Amersfoort in de taxi nadat een prijs voor de rit is afgesproken. In Utrecht aangekomen blijkt ze niet genoeg geld te hebben. Ze wil dan gaan pinnen maar ziet daarvan af. 

Volgens haar verklaring heeft ze al een groot deel van het geld betaald; hij zegt niets te hebben gehad. Als ze wegloopt, volgt hij haar, probeert haar beet te pakken en ze komt ten val. Daarna wordt het zwart, zegt de vrouw. Hij ontkent haar te hebben mishandeld. Maar als ze even later door iemand wordt aangetroffen, heeft ze een bloedende hoofdwond. In het ziekenhuis blijkt ze snijwonden in het gezicht te hebben, een gebroken neus en jukbeen, en bloedingen in de hersenen.

Omdat er geen getuigenverklaringen en beelden zijn, loopt de officier van justitie in haar requisitoir alternatieve scenario's door, maar kan niet anders concluderen dan dat het de verdachte moet zijn geweest die het letsel heeft toegebracht. De onderzoeksresultaten van het NFI wijzen op geweldsinwerking die niet door een val komen.

En dat iemand anders in de korte tijd tussen het vertrek van de chauffeur en het aantreffen van de vrouw haar heeft beroofd en mishandeld is niet aannemelijk. Ook zijn er de wisselende verklaringen van de verdachte en vervalste rittenkaarten.

"Het 
is aan goed recherchewerk te danken, dat de politie bij u is uitgekomen", aldus de Officier van Justitie.

Alles afwegende komt de officier tot een eis van twaalf maanden celstraf onvoorwaardelijk. Ook moet de vordering van het slachtoffer van ca. 6800 euro worden toegewezen.