Nederland ziet zege op Italië in slotminuut verdampen

Bij het Nederlands elftal was er in de basisopstelling plaats voor Daley Blind en Ola John. De twee maakten in de Amsterdam Arena hun debuut voor Oranje. De voor Benfica spelende John treedt daarmee in de voetsporen van zijn oudere broer Collins, die in het verleden twee keer het oranje tricot droeg. Jonathan de Guzman maakte later zijn debuut voor het Nederlands elftal. [b]Feyenoord-defensie[/b] Voorafgaand aan de wedstrijd stond al vast dat de Italianen in de voorhoede zouden aantreden met Mario Balotelli en Stephan El Shaarawy. Zij stonden tegenover een defensie, die vooral bestond uit spelers van Feyenoord: Daryl Janmaat, Stefan de Vrij, Bruno Martins Indi en Daley Blind. In een goedgevuld stadion probeerde het Nederlanders zo veel mogelijk te voetballen via een verzorgde opbouw, maar het achterste kwartet slaagde er niet in een hoog tempo te hanteren. Toch kregen de gastheren de beste mogelijkheden om de score te openen. Adam Maher stuitte twee keer op Gianluigi Buffon en ook Kevin Strootman kon de sluitpost van de Italianen niet kloppen. Dat het Nederlands elftal vervolgens de leiding greep, was niet verwonderlijk. De ploeg van Van Gaal had het betere van het spel, had de meeste dreiging en kreeg ook de beste kansen. Jeremain Lens was na ruim een half uur de uitverkorene voor de 1-0. Hij liet Buffon met een fraaie actie en een geplaatst schot kansloos. De Italianen lieten zich na de openingstreffer wat meer gelden en oefenden enige druk uit op het Nederlandse doel. Toch hield Oranje stand en gaf het voor de theepauze geen tegentreffer weg. In de Nederlandse hoofdstad was de ruststand daarom 1-0. [b]Gewijzigde samenstelling[/b] In de tweede helft verscheen het Nederlands elftal met een flink gewijzigde samenstelling. Robin van Persie bleef zoals verwacht achter in de kleedkamers en ook Jordy Clasie stond na de rust niet meer op het veld. Het duo werd vervangen voor respectievelijk Arjen Robben en De Guzman, die zijn debuut maakte in het Nederlands elftal. Bij Italië werd onder meer Andrea Pirlo gewisseld. Ook in het tweede bedrijf wilde Oranje het spel bepalen, om zo Italië de wil op te leggen. Daar slaagde de ploeg aardig in, omdat de Italianen meteen in de verdedigende stellingen werden gedreven. Grote kansen lieten echter op zich wachten en bij Italië kon zelfs Balotelli zich niet onderscheiden. Vlak na rust uitte hij zijn frustraties, door de bal hard tegen de boarding aan te schoppen. Dat was tekenend voor zowel Balotelli als de Italiaanse formatie, want de ploeg van bondscoach Cesare Prandelli kon zeker geen potten breken tegen het jonge Oranje In het restant van de wedstrijd kwamen de Oranje-internationals nauwelijks meer in gevaar. De organisatie stond als een huis en de dreiging van onder meer Robben zorgde er eveneens voor dat het Nederlands elftal gevaarlijk kon worden voor het Italiaanse doel. Na een goede opbouw leek Lens de marge te gaan verdubbelen, maar Buffon pareerde het schot van de PSV-aanvaller. Het Nederlands elftal kreeg nog een aantal kansen om de score te verdubbelen, maar kreeg de deksel uiteindelijk hard op de neus. In de blessuretijd tekende invaller Marco Verratti voor de gelijkmaker: 1-1. [b]Grote namen[/b] Tegen de Italianen moest Van Gaal het stellen zonder grote namen als Wesley Sneijder, John Heitinga, Maarten Stekelenburg, Rafael van der Vaart en Gregory van der Wiel. Zij zaten niet bij de selectie, omdat zij de laatste weken niet geregeld speelden. Nigel de Jong, Ibrahim Afellay, Luciano Narsingh en Erik Pieters daarentegen kampen met blessures. Ook Leroy Fer ontbrak in de selectie. De middenvelder van FC Twente moest volgens Van Gaal eerst tot rust komen.