Ze gaven vooral minder uit aan duurzame goederen. De consumptiecijfers zijn gecorrigeerd voor prijsveranderingen en veranderingen in de samenstelling van de koopdagen. De huishoudens gaven in april 9,6 procent minder uit aan duurzame goederen dan een jaar eerder. Ze besteedden vooral minder aan auto’s en woninginrichting. De consumptie van voedings- en genotmiddelen kromp met 2,2 procent. Aan diensten hebben huishoudens 0,3 procent minder besteed.
De Consumptieradar laat aan de hand van zes indicatoren zien of de omstandigheden voor de consumptie door huishoudens gunstiger of minder gunstig zijn geworden, en welke factoren daar vooral aan hebben bijgedragen. In juni 2013 waren de omstandigheden voor de consumptie vrijwel even ongunstig als in mei.