OM eist 16 jaar cel voor moord op vriendin

De verdachte woonde samen met zijn vriendin, een hond en een kat. Hij bleek geldschulden te hebben maar hield deze voor zijn vriendin verborgen. De schulden liepen zo hoog op dat zij op 27 juni 2012 uit hun huis zouden worden gezet. Ook dat wist de vriendin niet. Op de ochtend van de uitzetting zag verdachte, zo blijkt uit zijn verklaringen, geen andere uitweg dan zijn vriendin om het leven te brengen. Hij wurgde haar met een hondenriem. Vervolgens wurgde hij de kat en probeerde ook de hond en zichzelf te doden, maar dit lukte niet.'s Middags gaf hij zichzelf aan op het politiebureau.

Volgens de advocaat-generaal kan wettig en overtuigend worden bewezen dat verdachte opzettelijk en met voorbedachte raad zijn vriendin om het leven heeft gebracht. "Verdachte had voldoende tijd om zich te beraden over de betekenis en gevolgen van zijn voorgenomen daad. Hij werd wakker, dacht er toen al aan om zijn vriendin te doden om de situatie op te lossen en ging vervolgens de hondenriem halen. Hij liep terug naar de slaapkamer om deze bij de hond om te doen en zich verder aan te kleden. Eenmaal in de slaapkamer aangekomen, besloot hij zijn vriendin te wurgen. Hij heeft een lus in de hondenriem gelegd en is naar haar toe gelopen en heeft haar gewurgd. Van een gelegenheid tot nadenken is dan ook sprake geweest", aldus de advocaat-generaal op de zitting.

De rechtbank veroordeelde de verdachte eerder tot 10 jaar cel voor doodslag na een eis van de officier van justitie van 16 jaar cel voor moord. Het OM stelde hoger beroep in. Het hoger beroep richt zich tegen de vrijspraak van de voorbedachte raad en de hoogte van de opgelegde straf.