Op 27 juni 2004 trof een voorbijganger een levenloos lichaam aan van een man. Het lichaam lag in de bosschages tegenover Twepa aan de Westerval in Enschede en was in dusdanig verregaande staat van ontbinding dat herkenning door uiterlijke lichaamskenmerken niet mogelijk was. Een misdrijf werd uitgesloten. Destijds is een DNA-profiel van dit lichaam veiliggesteld en door diverse internationale databanken bekeken, echter zonder een positieve match. De identiteit is in 2004 niet achterhaald en de man werd begraven op de Westerbegraafplaats in Enschede.
Nieuwe forensische technieken
Omdat er inmiddels nieuwe forensische technieken zijn ontwikkeld, heeft de politie het lichaam opgegraven voor nieuw onderzoek om de identiteit te achterhalen. Het lichaam is onderzocht in het politiemortuarium van de Forensische Opsporing te Elst en bij het Nederlands Forensisch Instituut te Den Haag. Naast een gezichtsreconstructie, door het gebruik van de schedel, zijn nu ook de gebitskenmerken vastgelegd. Ook de kleding is opnieuw bekeken, gereinigd en gefotografeerd. Door het verspreiden van beelden van het gereconstrueerde hoofd, een signalement en specifieke kenmerken van de kleding hoopt de politie dat familieleden of naasten die iemand al meer dan negen jaar in hun omgeving missen, hem zullen herkennen en contact opnemen. Dan kan de politie nader onderzoeken wie deze man is met behulp van de nieuwe aangetroffen gebitsgegevens en DNA vergelijking.