dinsdag, 11. juni 2013 - 13:23 Update: 03-07-2014 0:56

Uitvoering dwangmaatregelen in de ggz schiet te kort, patiënt nauwelijks betrokken

foto van patient | fbf
Foto: fbf
foto van patient | fbf
Foto: fbf
Utrecht

Uit het panelonderzoek van het Trimbos-instituut blijkt dat de meerderheid van de mensen met langdurige en ernstige psychische problemen ontevreden is over het contact met de hulpverlener tijdens een periode van dwang.

Ook wordt er te weinig rekening gehouden met wensen en behoeften van patiënten.  Bij 80% van de patiënten is er geen inspraak over het type dwangmaatregel of de duur ervan. Ook de alternatieve interventies, zoals 1-op-1 begeleiding of High Intensive Care, lijken nog lang niet overal te worden toegepast.  Marjan ter Avest, directeur van het Landelijk Platform GGz zegt hierover: “Al in 2009 hebben we onderzoek gedaan naar het terugdringen van dwang en drang in de psychiatrie. Ook hebben we concrete aanbevelingen gedaan en deze breed binnen de ggz-sector verspreid. Anno 2013 is er nog weinig mee gedaan.” Zij roept de sector op om vaart te maken met het terugdringen van dwang, en de inmiddels ontwikkelde interventies snel toe te passen.

Er zijn alternatieven voor dwang; maar de wensen worden nauwelijks ingewilligd

Uit het onderzoek blijkt dat er een groot verschil is tussen de wensen van de patiënten en de hedendaagse praktijk, terwijl er preventieve en alternatieve mogelijkheden zijn. 

Een aantal voorbeelden:

1.    De meerderheid (80%) van de patiënten die meededen aan het panelonderzoek vindt 1-op-1 begeleiding of High Intensive Care een goed alternatief voor dwang. Van de patiënten die te maken hadden met dwang, geeft slechts 19% aan dat ze deze aangeboden heeft gekregen.

2.    Van de patiënten die meededen aan het onderzoek ziet de meerderheid (78%) de Crisiskaart als een belangrijk hulpmiddel bij het terugdringen van dwang. Slechts 9% van de patiënten die te maken hadden met dwang heeft een Crisiskaart van de zorginstelling ontvangen.

 

Te weinig contact met de hulpverlener voor, tijdens en na de dwangmaatregel

Het panel bestaat uit ruim 800 panelleden waarvan 528 een vragenlijst over dwangtoepassing in de ggz invulde. Hiervan hebben 242 panelleden ooit met een dwangmaatregel te maken gehad. Bijna één van de twee patiënten geeft aan de dwang als (heel) negatief te hebben ervaren. Ongeveer 57% van de patiënten die met een dwangmaatregel te maken had, was niet tevreden over het contact met hulpverleners gedurende die maatregel. Precies hetzelfde percentage is ontevreden over de mate waarin rekening is gehouden met hun wensen en behoeften. Bijna de helft (46%) geeft aan dat geen enkele hulpverlener met hen heeft gesproken over het doel van een dwangmaatregel. Was dat gesprek er wel, dan vond dit vaker achteraf (30%) dan vooraf (21%) plaats. Het globaal nabespreken van een dwangmaatregel (dus niet specifiek gericht op het doel) gebeurt iets vaker. Toch geeft 40% aan nooit een dergelijk gesprek te hebben gehad. Bij 80% van de patiënten is er geen inspraak over het type dwangmaatregel of de duur ervan. “De communicatie tussen patiënt/familielid en hulpverlener schiet ernstig te kort”, aldus Marjan ter Avest directeur Landelijk Platform GGz.

Categorie: