Dat heeft de NVWA donderdag aan de curator van het bedrijf laten weten. De redenen voor deze inbewaringneming zijn dat de herkomst, traceerbaarheid en de identificatie van het vlees niet kan worden aangetoond.
Ook zijn partijen paardenvlees als rundvlees gedeclareerd. Bovendien is paardenvlees waarin het voor mensen gevaarlijke diergeneesmiddel fenylbutazon was aangetroffen, niet traceerbaar gebleken. Het vlees, ongeveer 2 miljoen kg, ligt opgeslagen in vier koel- en vrieshuizen.
De curator had verzocht het vlees vrij te geven. Daartoe had hij een plan van aanpak ingediend bij de NVWA. Het onafhankelijk adviesbureau PWC heeft dit plan van aanpak, en de administratie van het bedrijf van Selten beoordeeld. PWC komt ook tot de conclusie dat niet kan worden gesteld dat het vlees EG-waardig is. Ook kan PWC geen zekerheid geven over de herkomst, de traceerbaarheid en de identificatie van het in beslag genomen vlees.
PWC constateert dat er door Selten veel meer partijen vlees zijn verkocht dan ingekocht, zodat er sprake is van een ongedocumenteerde vleesstroom. Dit vlees kan in alle partijen vlees zijn terechtgekomen. En in deze vleesstroom kan fenylbutazon zijn terechtgekomen.