Dermatoloog-in-opleiding Jonathan Kadouch onderzocht hoe vaak complicaties optreden en wat de oorzaak is van die problemen. Hij promoveert 4 december bij VUmc. “Permanente fillers zouden niet voor cosmetische doeleinden gebruikt moeten worden.”
Verjonging
Injecties met fillers (vulmiddelen) zijn een populair middel voor gezichtsverjonging, naast bijvoorbeeld botox. Het gebruik kan ook een medische reden hebben, zoals bij het verlies van onderhuids vetweefsel in het gezicht als gevolg van het gebruik van hiv-medicijnen. Er bestaan tijdelijke, afbreekbare fillers die tussen negen maanden en drie jaar werken. Ook zijn er permanente fillers, die niet door het lichaam afgebroken kunnen worden (uit siliconenolie of acrylaten, een groep kunststoffen). Met name deze permanente fillers geven regelmatig problemen, zo blijkt uit het promotieonderzoek van Jonathan Kadouch bij VUmc.
Pijnlijke ontsteking
Kadouch bestudeerde patiënten die de polikliniek plastische en reconstructieve chirurgie van het Amsterdamse ziekenhuis OLVG bezochten. “Er was plotseling een rode, pijnlijke ontsteking ontstaan op de plek van de filler. Maar we zagen ook andere complicaties, zoals het migreren van de filler of de vorming van een abces bij de filler of een inkapseling.” De analyse van de data vond plaats toen Kadouch bij VUmc in opleiding was gekomen.
Na jaren nog complicaties
Kadouch was vooral geïnteresseerd in de oorzaken van complicaties die erg laat – jaren na het aanbrengen – pas optraden. “We weten het eigenlijk niet zo goed waarom een filler soms na jaren nog complicaties geeft. Uit verschillende studies blijkt dat dit samenhangt met infecties, overgevoeligheid of een afstotingsreactie van het lichaam.” Kadouch vond dat bij ruim een kwart van de patiënten een ‘invasief moment’ vooraf gaat aan de late complicatie. “Denk hierbij aan een tandartsbehandeling, een tatoeage of een wondje in je gezicht.”
Littekens
De aanpak is altijd om te proberen de patiënt te behandelen met niet-chirurgische middelen zoals antibiotica of afweeronderdrukkende middelen. “Helaas bleek het bij 56% van de patiënten toch nodig om chirurgisch in te grijpen, met littekens tot gevolg”, zegt Kadouch. Bij ontstekingen en abcessen had het fillermateriaal zich vaak verplaatst, met als risico dat bij een operatie niet al het materiaal verwijderd wordt en later opnieuw een ontsteking ontstaat.