dinsdag, 13. mei 2014 - 9:05 Update: 03-07-2014 0:36

Inzicht in mensenhandel moet beter

Foto van stad bij avond | Archief FBF.nl
Foto: Archief FBF.nl
Den Haag

Mensenhandelaren opereren meestal niet alleen, daarom moeten mensenhandelnetwerken goed in kaart worden gebracht. Ook moet er meer aandacht komen voor het in beeld brengen van personen en organisaties die het delict bewust dan wel onbewust faciliteren. Dit blijkt uit onderzoek van de Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen.

Voorwaarde om mensenhandel doelgericht op te sporen is dat bekend wordt wie de mensenhandelaren zijn en hoe zij opereren. Het rapport van de rapporteur moet hieraan bijdragen. Verdachten komen het vaakst uit Nederland (45%), gevolgd door Hongarije (8%), Bulgarije (8%), Roemenië (6%) en Suriname (6%). Tachtig procent van de verdachten is man, zo blijkt uit het onderzoek. Gemiddeld zijn zij rond de 32 jaar oud.  In 2012 werden opnieuw meer mensenhandelzaken bij het Openbaar Ministerie ingeschreven dan het jaar daarvoor: 311 in 2012 tegenover 257 in het jaar ervoor.

Binnen de opsporing, vervolging en berechting kan meer geïnvesteerd worden in het aanpakken van criminele samenwerkingsverbanden en legale organisaties die mensenhandel (al dan niet bewust) faciliteren. De rapporteur analyseerde onder meer 77 opsporingsonderzoeken, waarin in totaal 165 verdachten en 249 slachtoffers betrokken waren. In ten minste 38% van de onderzoeken hadden de politie, de Koninklijke Marechaussee en de Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid zicht op een crimineel samenwerkingsverband van meer dan twee leden.