maandag, 26. mei 2014 - 14:57 Update: 03-07-2014 0:35

Kinder-ombudsman:54 voorbeeld-dossiers ten onrechte uitgesloten voor pardon

Foto van logo Kinderombudsman | Kinderombudsman
Foto: Kinderombudsman
Den Haag

De Kinderombudsman concludeert na analyse van een groot aantal dossiers dat de criteria én de uitvoering van de Kinderpardon-regeling niet in lijn zijn met het VN-Kinderrechtenverdrag.

De Kinderombudsman heeft maandag voorbeelddossiers van 54 kinderen gepubliceerd van wie de aanvraag werd afgewezen. Daarmee wil hij laten zien dat hele groepen kinderen ten onrechte werden uitgesloten van het Kinderpardon. Hij pleit niet voor een ruimhartige uitvoering, maar voor een rechtvaardige grondslag van het Kinderpardon.

Aanbevelingen
1. De regeling langdurig verblijvende kinderen moet worden aangepast. Het criterium 'het kind (of zijn gezinsleden) moet ten minste vijf jaar voor het bereiken van de meerderjarigheid in Nederland een asielverzoek hebben ingediend' moet veranderd worden in 'het kind (of zijn gezinsleden) moet ten minste vijf jaar voor het bereiken van de meerderjarigheid in Nederland een verblijfsverzoek hebben ingediend'.

De specificatie van het criterium 'Rijkstoezicht' als 'toezicht van de IND, het COA, de DT&V, de Vreemdelingenpolitie of voogdij-instelling Nidos', moet veranderd worden in 'toezicht van lokale of nationale overheidsinstanties'.

2. De Burgemeestersbrief die inmiddels is ondertekend door meer dan driekwart van de Nederlandse burgemeesters laat zien dat de verontwaardiging over de beperkte uitvoering van het Kinderpardon ook onder lokale bestuurders breed wordt gevoeld.

Ook de burgemeesters pleiten voor een oplossing voor alle gewortelde kinderen. Als burgemeesters bereid zijn om te bevestigen dat een kind bekend was en geworteld is in hun gemeente, dan moet dat gelden als bewijs dat het kind in beeld was bij de overheid.

Ten tijde van het Generaal Pardon in 2007 was een dergelijke burgemeestersverklaring afdoende om in aanmerking te komen voor die regeling. Een zelfde constructie zou nu kunnen en moeten gelden. De Kinderombudsman roept de staatssecretaris daarom op een zelfde constructie te hanteren in de huidige situatie.

Alleen met een rechtvaardige regeling kan worden voorkomen dat in de toekomst een nieuwe groep kinderen in dezelfde situatie van langdurig verblijf en worteling terechtkomt. Het individuele kindbelang moet te allen tijde leidend zijn. Het is daarnaast essentieel dat gezinnen snel duidelijkheid hebben over hun verblijfstatus en dat ook ouders hun verantwoordelijkheid nemen.

Hoorzitting
Op 28 mei as. dient een hoorzitting over dit onderwerp in de Vaste Kamercommissie voor Veiligheid en Justitie. Daarop zal de Kinderombudsman dit standpunt ook naar voren brengen. Op 4 juni vindt vervolgens het Algemeen Overleg over dit onderwerp plaats.