maandag, 6. januari 2014 - 10:54 Update: 03-07-2014 0:45

Politieagenten niet vervolgd na aangiften ongeregeldheden Fortuna-MVV

Foto van rechtbank | Archief FBF.nl
Foto: Archief EHF/ foto ter illustratie
Maastricht

Het Openbaar Ministerie heeft besloten geen vervolging in te stellen naar aanleiding van drie aangifte tegen leden van de Mobiele Eenheid betrekking hebbend op de ongeregeldheden rondom de wedstrijd Fortuna-MVV op 4 oktober 2013.

De aangiftes kwamen binnen bij de politie en werden onderzocht door de afdeling Interne Onderzoeken van de Eenheid Limburg. De onderzoeksbevindingen werden ter beoordeling aan het Openbaar Ministerie gestuurd.

De eerste persoon die aangifte deed tegen de ME bevond zich in de groep supporters die onder begeleiding van de ME naar het stadion ging. Hij werd aangehouden ter zake van baldadigheid en verzette zich tegen zijn aanhouding. Hierdoor moest geweld gebruikt worden om de aanhouding te kunnen voltooien. Omtrent deze geweldstoepassing deed hij aangifte. Het Openbaar Ministerie is van oordeel dat er in deze situatie gepast geweld is gebruikt en rechtmatig is gehandeld.

Een tweede persoon heeft aangifte van mishandeling gedaan tegen de ME. Deze persoon bevond zich in de stroom supporters die na afloop het stadion verliet. De ME was op dat moment in twee rijen bij de uitgang van het stadion opgesteld. Het publiek diende door deze corridor het stadion te verlaten. Nadat aanvankelijk het publiek ordentelijk het stadion verliet werd gezien dat een groep supporters, waaronder door politie gekende leden van de harde kern, niet doorliep maar bleef staan op het einde van de corridor. Gelet op de veiligheid ter plaatste werden de supporters gevorderd om door te lopen. Hierop reageerden zij agressief en bewogen in de richting van de uitgang van het station. Politie te paard werd ingezet om ruimte te maken teneinde doorstroom in de corridor te verzekeren. Tijdens deze actie greep een van de supporters de teugels van het paard en trok hieraan. Teneinde deze bedreigende en gevaarlijke situatie te doen ophouden gaf de ruiter deze persoon een slag met de lange wapenstok. De groep reageerde verbaal en fysiek zeer agressief naar deze ruiter en de overige ME-leden. Hierop werd opdracht gegeven de uitgang van het stadion voor het overige publiek te sluiten om te voorkomen dat de groep supporters in de corridor groter werd. Door de ME werden vervolgens charges uitgevoerd teneinde de groep agressieve supporters die zich in de corridor bevond te verdrijven. Daarbij werd geweld gebruikt. Uit het onderzoek volgt dat in de groep supporters die zich binnen de corridor bevond naast harde kern leden ook ‘gewoon publiek’ bevond. Terwijl normaliter de ME voor de eigen veiligheid geen mensen door de linie laat is dit tijdens deze charges wel gebeurd om het ‘gewone publiek’ zoveel mogelijk te ontzien.

Enkele dagen na het voorval deed de tweede aangever aangifte. Op basis van zijn verklaring volgt dat hij nabij was toen de harde kern supporters gewelddadig reageerden naar ME-ers. Hij verklaarde enkele klappen met de wapenstok ontvangen te hebben. Hij toonde striemen op zijn rug en blauwe plekken op zijn arm. Dit letsel zou kunnen duiden op niet proportioneel handelen van een van de ME-ers. Mede als gevolg van de door de agressieve supporters gecreëerde hectiek is echter niet vast te stellen op welk moment en door wie hij is geslagen. Ook is niet vast te stellen of hij wellicht behoorde tot de groep agressieve supporters. Van het voorval zijn geen beeldopnamen beschikbaar.

Het Openbaar Ministerie heeft geoordeeld dat er onder deze omstandigheden niet vast te stellen is of er disproportioneel is gehandeld door een of meer leden van de ME.

Een derde persoon deed summier aangifte van mishandeling tegen de ME. Mede als gevolg van de beperkte informatie die aangever aanleverde is niet vast te stellen op welk moment en door wie hij geslagen is. Ook in zijn geval is niet duidelijk of hij wellicht behoorde tot de groep agressieve supporters. Het Openbaar Ministerie oordeelt ook in deze zaak dat er onder deze omstandigheden niet vast te stellen is of er disproportioneel is gehandeld door een of meer leden van de ME.

Alle aangevers zijn gewezen op de mogelijkheid tegen de genomen beslissing een zogenoemde 12 Sv-klacht in te dienen bij het Gerechtshof ‘s-Hertogenbosch. Voor zover bekend is dit tot op heden niet gebeurd.