De fiscale regelgeving in Nederland voor internationaal opererende ondernemingen is vergelijkbaar met landen als Verenigd Koninkrijk, Zwitserland en Luxemburg. Voor zover de Algemene Rekenkamer heeft kunnen vaststellen is de controle hierop door de Belastingdienst toereikend.
Nederland aantrekkelijk
Nederland is als vestigingsland voor deze bedrijven aantrekkelijk, omdat in het buitenland ontstane winsten niet nogmaals worden belast, er op rente en royalty's geen bronbelasting wordt geheven en met 94 landen - waaronder 23 ontwikkelingslanden - belastingverdragen zijn afgesloten met afspraken over het verlaagde tarief voor de bronbelasting.
Daarbij is het aantrekkelijk dat ondernemingen vooraf van de Belastingdienst zekerheid kunnen krijgen over welke bedrijfsactiviteiten belasting wordt afgedragen. Het effect van dit fiscale beleid op de ontvangsten aan dividendbelasting (totaal Euro 2,2 miljard in 2013) is niet bekend.
Zorgen
Maar volgens de rekenkamer zijn er ook zorgen. Zo is Nederland ook aantrekkelijk voor grote internationale bedrijven die misbruik kunnen maken van fiscale sluiproutes. Zo kunnen bedrijven met alleen een kantoor in Nederland makkelijk het meest gunstige belastingstarief kiezen tussen landen waar ze zijn gevestigd. Zo hebben sommige landen een lage winstbelasting; andere juist een gunstig tarief voor bepaalde producten of diensten.
Reactie staatssecretaris en nawoord Algemene Rekenkamer
De staatssecretaris van Financiën deelt de conclusie dat het fiscaal beleid niet uit de pas loopt met andere Europese landen en onderschrijft de aanbeveling voor internationaal overleg over belastingontwijking, vanwege zorg over de houdbaarheid van de overheidsfinanciën en een evenwichtige verdeling van de belastingdruk.
De staatssecretaris biedt aan om jaarlijks aan de hand van de veranderingen in de omvang van dividend-, rente- en royaltystromen die Nederland binnenkomen respectievelijk verlaten, inzicht te geven in de aantrekkelijkheid van het vestigingsklimaat van Nederland.
De Algemene Rekenkamer gaat er vanuit dat de staatssecretaris in overleg met het parlement, mede op basis van de aanbevelingen van de Algemene Rekenkamer, aan de zorg over de gevolgen van internationale belastingconcurrentie tegemoetkomt.