maandag, 11. augustus 2014 - 11:14 Update: 11-08-2014 18:09

Te veel ruimte voor buitensporige bestuurders woningcorporaties

Bestuurders woningcorporaties krijgen te veel ruimte
Foto: fbf
Amsterdam

De incidenten in de woningcorporatiesector van de afgelopen jaren zijn niet alleen het gevolg van falend leiderschap van bestuurders, maar ook de politiek, toezichthouders en belangenorganisaties bevorderden het falen.

 Dat blijkt uit onderzoek van bestuurskundigen van de TU Delft, GenP Governance en de Vrije Universiteit Amsterdam. “Zonnekoningengedrag van bestuurders alleen is een te simpele verklaring, bestuurders hebben jarenlang te veel ruimte gekregen.” De uitkomsten van het onderzoek lopen vooruit op het onderzoek van de parlementaire enquêtecommissie Woningcorporaties, waarvan de openbare verhoren onlangs afgesloten zijn.

Omgeving bevorderde falend leiderschap
De onderzoekers, Leo Gerrichhauzen, Vincent Gruis, Rik Koolma en Jan van der Schaar, namen zes gevallen van falend leiderschap van woningcorporaties onder de loep. Uit het onderzoek blijkt dat het falen niet alleen te verklaren is vanuit de persoonlijke autoritaire leiderschapsstijl van de bestuurders, maar dat vooral ook personen in de omgeving van de bestuurders het falen lange tijd toegelaten of zelfs bevorderd hebben. Vanuit de organisaties kwam geen afdoende correctie en de toezichtraad boog in de meeste gevallen mee. Gemeentepolitici traden niet op vanwege hun belangen bij de omvangrijke investeringen van de corporaties.

Traject van lef en lof naar schade en schande
Het falen van de onderzochte woningcorporaties had vaak een lange aanloop. “De bestuurders verkregen langzaam maar zeker een autonome positie, waarbij gedurfde prestaties tot veel steun binnen en buiten de corporatie leidde en tegelijkertijd het gevoel versterkte ‘onaantastbaar’ te zijn”, zegt VU-bestuurskundige Rik Koolma. “Deze overmoed werd niet getemperd en het falen werd niet opgemerkt. Zo konden de bestuurders een traject van lef en lof naar schade en schande doormaken.”

Ontsporingen in bestuur eerder herkennen
De onderzoekers hopen dat de uitkomsten van hun onderzoek er voor zorgen dat ontsporingen in het bestuur van maatschappelijke organisaties eerder worden herkend. Koolma: “Bestuurders moeten gecorrigeerd kunnen worden voor de manier waarop ze leiding geven en kunnen omgaan met waarschuwingen en kritiek. Toezichthouders moeten veel meer hun best doen om te zorgen dat bestuurders goed blijven functioneren.”

Provincie: