vrijdag, 13. juni 2014 - 14:20 Update: 03-07-2014 0:34

Tuchtcollege geeft voormalig IGZ-inspecteur waarschuwing

Foto van ziekenhuis medisch specialist | Archief EHF
Foto: Archief EHF
Zwolle

Een voormalig Inspecteur voor de Gezondheidszorg (IGZ) heeft van het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg (RTG) in Zwolle een waarschuwing gekregen voor het niet handhaven van alle voorwaarden bij de werkhervatting van de Twentse ex-neuroloog Jansen Steur. Dit meldt het RTG vrijdag.

Toen bleek dat de ex-neuroloog in Duitsland aan het werk wilde, stond de inspecteur dat toe zonder dat volledig aan de voorwaarden was voldaan. Vijf voormalige patiënten van de neuroloog klaagden drie voormalige (hoofd)inspecteurs. De klachten tegen de andere inspecteurs zijn afgewezen.

Dossiers niet onderzocht
Na zijn vertrek bij het Twentse ziekenhuis mocht de ex-neuroloog onder bepaalde voorwaarden weer aan het werk. Een van de voorwaarden was dat de inspecteur
onderzoek zou laten doen naar de dossiers van de neuroloog in het ziekenhuis. Dat is niet gebeurd.

Verder moest de neuroloog de doorgemaakte problematiek melden aan de directie van de instelling waar hij aan de slag wilde. Hoewel de inspecteur in 2006 van de
directeur van de Duitse kliniek te horen kreeg dat de neuroloog dit had verzwegen, heeft hij het daarbij gelaten.

Waarschuwing passend
Het college overweegt dat de zaak achteraf van ongekende omvang is gebleken, maar dat de inspecteur dat met de kennis van toen niet kon vermoeden. Het tuchtcollege oordeelt dat een waarschuwing nog passend is. De inspecteur was in die tijd net inspecteur geworden en het is aannemelijk dat hij al zijn stappen intern heeft afgestemd.

De klachten tegen de inspecteur van wie hij de werkzaamheden had overgenomen en tegen een hoofdinspecteur, zijn leidinggevende, worden afgewezen. Zij hadden
onvoldoende bemoeienis gehad met de neuroloog.

Inspecteurs tuchtrechtelijk aansprakelijk
Het tuchtcollege oordeelt dat de inspecteurs tuchtrechtelijk zijn aan te spreken. De
inspecteurs waren ieder arts en hadden de bevoegdheid in te grijpen in het belang van de uitoefening van de individuele gezondheidszorg. De klacht houdt in dat zij dat niet hebben gedaan.

In 2011 wijzigde de tuchtrechtspraak door het Centraal Tuchtcollege. Klachten tegen
leden van een raad van bestuur van een ziekenhuis werden vanaf dat moment in
behandeling genomen. Het tuchtcollege oordeelt dat hieruit volgt dat de vijf klagers ook een klacht konden indienen tegen de inspecteurs.

Nederlandse en Duitse patiënten verdienen bescherming
Het tuchtcollege oordeelt dat Nederlandse en Duitse patiënten bescherming verdienen. De klacht heeft deels betrekking op de werkhervatting door de voormalig neuroloog in Duitsland. De vijf klagers maken deel uit van een zeer actieve en goed georganiseerde groep van over de tweehonderd patiënten, vertegenwoordigd door dezelfde gemachtigde. De vijf klagers zijn in dit bijzondere geval ook op dat onderdeel klachtgerechtigd omdat zij hiermee de gelijksoortige belangen van patiënten in Duitsland behartigen.

Beroep bij het Centraal Tuchtcollege
Dit was de laatste zaak met betrekking tot de Twentse ex-neuroloog bij het Regionaal Tuchtcollege te Zwolle. Eerder is na een klacht van dezelfde vijf klagers de inschrijving van de neuroloog als arts doorgehaald. Zij hebben ook drie voormalige leden van de raad van bestuur van het ziekenhuis aangeklaagd. Een van hen heeft een berisping gekregen.

De neuroloog heeft zijn beroep ingetrokken en zijn doorhaling is dus definitief. In de zaken tegen de voormalige leden van de raad van bestuur hebben zowel alle verschenen partijen als de Inspectie voor de Gezondheidszorg beroep ingesteld bij het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te Den Haag.