dinsdag, 14. januari 2014 - 14:22 Update: 03-07-2014 0:44

Vrijgesproken verdachte Schipholbrand krijgt geen schade-vergoeding

Vrijgesproken verdachte Schipholbrand krijgt geen schade-vergoeding
Schiphol

De advocaat-generaal (OM) in Den Haag heeft vandaag betoogd dat de vrijgesproken verdachte in de zaak Schipholbrand geen schadevergoeding moet worden toegekend voor de ondergane voorlopige hechtenis, advocaat- en onderzoekskosten.

Bij de Schipholbrand eind oktober 2005 kwamen elf mensen om het leven. Verdachte Ahmed al. J. werd aangehouden. De man werd verdacht van opzettelijke brandstichting dan wel van ‘schuldbrandstichting'. De rechtbank Haarlem veroordeelde hem tot een gevangenisstraf van 3 jaar. In hoger beroep heeft het hof Amsterdam de verdachte veroordeeld tot 18 maanden. Na een cassatieprocedure verwees de Hoge Raad de zaak naar het hof Den Haag. Dit hof oordeelde dat geen sprake was van opzet, evenmin in voorwaardelijke zin, en ook niet van schuld in strafrechtelijke zin aan de brandstichting en sprak verdachte vrij.

In de wet staat dat een gewezen verdachte schadevergoeding kan vragen vanwege ondergane voorlopige hechtenis en/of advocaat- en andere kosten, als er door de rechter geen straf of maatregel is opgelegd. In totaal eist de vrijgesproken verdachte ruim 7 ton schadevergoeding. Dit is inclusief advocaatkosten. Daarnaast zijn verzoeken ingediend tot vergoeding van gemaakte onderzoekskosten.

Het OM vindt dat de gewezen verdachte geen schadevergoeding toekomt voor de ondergane voorlopige hechtenis. Ook al is een verdachte vrijgesproken, daaruit volgt niet zonder meer dat de voorlopige hechtenis onrechtmatig is en dus dat er recht is op schadevergoeding. De gewezen verdachte in deze zaak werd in voorlopige hechtenis gesteld omdat er sprake was van een verdenking, een redelijk vermoeden dat hij zich schuldig had gemaakt aan een zeer ernstig misdrijf dat aan elf personen het leven kostte. De verdenking bestond eruit dat onderzoek uitwees dat aannemelijk was geworden dat de brand in de cel van de gewezen verdachte is ontstaan. Hij verklaarde zelf dat hij een brandende sigaret of shagje in de richting van het achtereinde van zijn bed heeft weggeschoten en dat hij daar ook vlammen heeft gezien. Verdachte heeft dan ook zelf op niet onaanzienlijke wijze bijgedragen aan het ontstaan van de verdenking. De voorlopige hechtenis is ook periodiek door een rechter getoetst. Het Haagse hof stelde bij de uiteindelijke vrijspraak dat verdachte niet opzettelijk heeft gehandeld. Voor wat betreft schuld aan de brand oordeelde het hof dat verdachte wel onvoorzichtig heeft gehandeld maar in onvoldoende mate om in strafrechtelijke zin te spreken van schuld. Het onvoorzichtige handelen vormde een eerste en onmiskenbare schakel die leidde tot de brand en de fatale gevolgen.

Een vrijspraak achteraf doet niet af aan de rechtmatigheid van de voorlopige hechtenis en ook niet aan de gerechtvaardigdheid van de verdenking. "Dit alles maakt dat het OM vindt dat geen gronden van billijkheid aanwezig zijn om tot schadevergoeding over te gaan. Dit berust niet op halsstarrigheid van het OM, zoals recent twee strafrechtwetenschappers in de media hebben laten optekenen. Het berust op een waardering van de ernst van de indertijd tegen de gewezen verdachte gerezen verdenking en de bijdrage die hij zelf aan de totstandkoming van die verdenking heeft geleverd", aldus de advocaat-generaal op de zitting.

Ten aanzien van de andere gedane verzoeken vindt het OM dat de verzoeken moeten worden afgewezen omdat onduidelijk is of een aantal ingediende declaraties ook daadwerkelijk door de gewezen verdachte zijn voldaan maar ook omdat de declaraties pas na jaren en ná de vrijspraak zijn ingediend. "Dit duidt naar de mening van het OM op een ‘no cure, no pay'-situatie. Er wordt pas gedeclareerd als de mogelijkheid bestaat de Staat aansprakelijk te stellen. De gedeclareerde kosten zijn dan ook - ook omdat er geen betalingsbewijzen zijn verstrekt - niet aan te merken als kosten die gemaakt zijn door de gewezen verdachte en komen dan ook niet voor vergoeding in aanmerking", aldus de advocaat-generaal.