Het Openbaar Ministerieconcludeert dat de twee betrokken politieagenten gerechtvaardigd uitnoodweer hebben gehandeld.
De feiten
Op zondag 25 januari 2015 reageren twee politieagenten op een melding, dat een man is gezien met twee messen in zijn handen. De agenten treffen de man aan en zeggen dat hij de messen moet laten vallen. De man rent weg, richting het Centraal Station waarop een waarschuwingsschot wordt gelost. De man reageert niet, loopt door en maakt met het mes een beweging richting het gezicht van een fietser. De fietser kan de man ontwijken. Kort daarop schieten de twee agenten gericht op de benen van de man. De man stopt niet maar rent door en springt in het water bij het Groninger Museum en komt te overlijden.
Doodsoorzaak van de man
Sectie heeft uitgewezen dat de 23-jarige man is overleden ten gevolge van fors bloedverlies, veroorzaakt door twee snijwonden in de halsstreek. Onderzoek wees tevens uit dat de man door een kogel uit een politiewapen in zijn linkerbeen is geraakt. Het betrof een doorschot. De kogel heeft geen grote bloedvaten geraakt. Dit doorschot heeft geen rol gespeeld bij het overlijden van de man.
Noodweer
Voor een beroep op noodweer is vereist dat sprake is van een noodzakelijke verdediging van eigen of andermans lijf, eerbaarheid of goed tegen een ogenblikkelijke, wederrechtelijke aanranding of een onmiddellijk dreigend gevaar voor zo een aanranding.
Van onmiddellijk dreigend gevaar was sprake. De beide politiemensen hebben geschoten omdat de man andere personen met een mes (ernstig) bedreigde, waarbij een fietser net wist te voorkomen dat hij gestoken werd. Zij schoten dus om te voorkomen dat de man daadwerkelijk iemand met zijn mes zou raken. Daarbij schoten zij gericht op de benen. Het schieten was daarom in deze situatie gerechtvaardigd (noodweer), aldus de rechtbank.