donderdag, 2. juli 2015 - 12:33

Celstraf van 141 dagen voor afperser familie De Mol

John de Mol
Foto: Archief BON ter Illustratie
Utrecht

​De rechtbank Midden-Nederland veroordeelt een 71-jarige inwoner uit Zeist voor poging tot afpersing van John de Mol en bedreiging van Linda de Mol. De rechtbank legt een celstraf van 141 dagen op.

Deze tijd heeft de verdachte al in voorlopige hechtenis doorgebracht. Daarnaast krijgt hij een voorwaardelijke celstraf van 10 maanden met een proeftijd van drie jaar. Dit is geheel conform de eis van de officieren van justitie.

Feiten

De verdachte stuurde tussen 1 oktober 2013 en 3 december 2014 meerdere anonieme brieven naar de familie De Mol waarin hij een groot geldbedrag eiste van John de Mol. Hij dreigde in de brieven de (kinderen) van Linda De Mol of anderen uit haar omgeving iets aan te doen. 

Sterk verminderd toerekeningsvatbaar

Verschillende deskundigen hebben de verdachte onderzocht. Hun conclusie is dat de verdachte lijdt aan frontotemporale dementie, type gedragsvariant. Door deze aandoening had verdachte, aldus de deskundigen, nauwelijks moreel besef van zijn handelen. Verdachte liet zich leiden door –kinderlijk aandoende- sentimentaliteit. Hij overzag de consequenties van zijn handelen niet en het ontbrak hem aan empathie voor de slachtoffers. Het is zeer onwaarschijnlijk dat de verdachte zijn hersenaandoening  kan faken, dit blijkt onder meer uit de MRI-scan en PET-scan die tijdens de zitting zijn getoond en onderzoek door de gedragsdeskundigen. 

De deskundigen geven verder aan dat de hersenaandoening ten tijde van de gepleegde feiten een rol heeft gespeeld, maar ze kunnen niet vaststellen in welke stadium de frontotemporale dementie zich op dat moment precies bevond. Omdat de verdachte nog wel enig besef heeft gehad van de gevolgen van zijn daden, acht de rechtbank hem, in navolging van de deskundigen, niet volledig ontoerekeningsvatbaar, maar sterk verminderd toerekeningsvatbaar. 

Straf

Het gaat hier om ernstige feiten waar in principe een aanzienlijke onvoorwaardelijke gevangenisstraf op zijn plaats is. Uit de slachtofferverklaring die tijdens de zitting werd voorgelezen, kwam duidelijk naar voren hoeveel impact het handelen van verdachte heeft gehad op de slachtoffers en hun directe omgeving. 

Omdat de verdachte slechts zeer beperkt verantwoordelijk kan worden gehouden voor zijn daden en omdat is vastgesteld dat verdachte nu detentieongeschikt is, komt de rechtbank echter -naast de tijd dat verdachte in voorarrest heeft doorgebracht- tot een voorwaardelijke celstraf van 10 maanden. De voorwaardelijke celstraf moet voorkomen dat de verdachte opnieuw strafbare feiten pleegt.

Gedurende de proeftijd van drie jaar moet verdachte meewerken aan reclasseringtoezicht, heeft hij een behandelverplichting, een contactverbod en locatieverbod. De verdachte moet ook een schadevergoeding van € 50.000 aan Linda De Mol betalen.