Nu kan de FIOD alleen nog gebruikmaken van zogenoemde ISMI-catchers om prepaid-telefoons af te luistenen en dat loopt via de Nationale Politie.
Prepaid-telefoons worden veel gebruikt door criminelen. Omdat ze anoniem zijn, zijn ze moeilijker af te luisteren. Om te achterhalen wie welke telefoon gebruikt, zetten opsporingsdiensten speciale apparatuur in. Om deze apparatuur, de zogeheten IMSI-catchers, te kunnen gebruiken, moet de FIOD aankloppen bij de Nationale Politie. Maar het gebeurt nogal eens dat de apparatuur niet beschikbaar is, of dat er geen personeel is, dat het apparaat kan bedienen.
Daarom heeft minister Kamp de bevoegdheid van de FIOD uitgebreid. Nu mag de FIOD ook wel prepaid-telefoons aftappen, maar dat kan pas na toestemming van de Nationale Politie.
Als de IMSI-catcher aanstaat, wordt al het telefoonverkeer in een buurt ongezien omgeleid via dit apparaat. De ISMI-catcher kan alleen als sleepnet worden gebruikt. Het is dus niet mogelijk de techniek in te zetten voor een specifiek toestel, maar alleen voor alle telefoons in een omgeving. Dat houdt dus in dat de catcher van de tientallen of zelfs honderden mensen in de buurt het verkeer opvraagt én afluistert: Niet alleen van verdachten, maar vooral van onschuldige burgers.
Maar minister Kamp is van mening dat catchers geen gevaar zijn voor de privacy. In een verklaring zegt hij: 'De verwachte gevolgen voor burgers zijn nihil. De wijziging is slechts een beperkte uitbreiding van wat er nu al mogelijk is.'