De kosten voor deze werkloze leerkrachten zijn inmiddels zo gestegen dat basisscholen financiële compensatie van het Rijk willen.
WW-uitkeringen
Basisscholen betalen bij elkaar 260 miljoen euro aan ww-uitkeringen. Daardoor blijft er geen geld over voor nieuwe onderwijsassistenten en kleinere klassen, zo waarschuwt de PO-Raad maandag. In 2014 liep het aantal werklozen leerkrachten op naar 8565. Het aantal werklozen leerkrachten nam vooral toe door de harde krimp van het aantal schoolgaande kinderen in plattelandsgebieden.
De scholen moeten gezamenlijk voor die kosten opdraaien en de uitkeringen zijn in het onderwijs hoger dan de standaard ww. Leraren krijgen de eerste 38 maanden 8 procent extra. Daarna hebben zij vanaf 53 jaar en met 12 dienstjaren nog eens recht op 70 procent van hun laatstverdiende loon, tot ze 65 zijn.
Alle scholen betalen mee aan dit fonds, onafhankelijk of ze leraren hebben ontslagen of niet. Rinda den Besten, voorzitter van de koepelorganisatie van het primair onderwijs, de po-raad zegt hierover in de media; 'De consequentie is dat scholen minder geld over hebben om leraren in dienst te houden, zelfs mensen moeten ontslaan, waardoor we nog meer werkloze leraren krijgen. Zo loopt het bedrag alleen maar verder op.'
Het geld dat scholen nu kwijt zijn aan thuiszittende leraren gaat dus niet naar de leerlingen. Hierdoor ontstaan soms grotere klassen dat wenselijk maar ook scholen die wel groeien hebben een probleem. Door het geld dat ze aan het fonds moeten betalen, houden ze niet genoeg over om zoveel nieuwe leerkrachten aan te nemen als nodig is.