donderdag, 17. september 2015 - 11:43 Update: 18-09-2015 17:13

Andere medicatie bij longpatiënten leidt voor helft tot ongemakken

Andere longmedicatie: bijna de helft van de patiënten ervaart ongemak
Foto: CWZ Nijmegen
Den Haag

Eén op de vijf patiënten die longmedicatie gebruiken, krijgt in de apotheek wel eens een ander middel dan de keer daarvoor. Wel met dezelfde werkzame stof, maar van een ander merk.

Bijna de helft van deze wisselaars ervaart hiervan ongemak, zo blijkt uit onderzoek van het NIVEL en de Universiteit Utrecht. Het onderzoek is gesubsidieerd door het Longfonds.

Om de kosten voor geneesmiddelen terug te dringen, krijgen patiënten soms medicijnen van een ander merk dan ze gewend waren. Zodra op een bepaald geneesmiddel het octrooi verloopt, kunnen namelijk meerdere fabrikanten een geneesmiddel op de markt brengen met dezelfde werkzame stof maar goedkoper. Deze middelen kunnen er anders uitzien of, in geval van longmedicatie, samengaan met een andere inhaler. Volgens het preferentiebeleid kiest de zorgverzekeraar dan voor de vergoeding één fabrikant voor het betreffende geneesmiddel. Hierdoor is ongeveer één op de vijf patiënten het afgelopen jaar gewisseld van longmedicatie. Dit leidt tot ongemak. Want waar meer dan de helft van deze wisselaars (53%) de wisseling geen probleem vindt, ervaart 30% het enigszins als een probleem en 17% vindt het een groot probleem.

Verschillen

Van de patiënten die vanwege dit beleid het afgelopen jaar wisselden, rapporteert bijna een kwart (23%) problemen met praktisch gebruik van longmedicatie te hebben gehad, zoals problemen met inhaleren. In de groep die niet is gewisseld is dat 13%. Ook rapporteren wisselaars iets vaker bijwerkingen, geven zij iets vaker aan hun medicatie niet volgens voorschrift te gebruiken en is het aandeel mensen dat controle zegt te hebben over de longziekte lager. In ervaren werking van de longmedicatie en ziekteverzuim zijn echter geen verschillen te zien.

Inhaler

NIVEL-onderzoeker Liset van Dijk: “Het is vervelend voor mensen wanneer zij ongemak ervaren door het wisselen van longmedicatie. Bijvoorbeeld omdat ze een andere inhaler krijgen. Het is daarom belangrijk dat de apotheker met deze mensen de veranderingen bespreekt en ze leert hoe ze die andere inhaler moeten gebruiken.”

Informatievoorziening kan beter

Van de mensen die gewisseld zijn, heeft twee derde juist geen informatie gekregen van een zorgverlener of de zorgverzekeraar over de mogelijke gevolgen ervan. Als patiënten informatie kregen, kwam deze overigens meestal wel van de apotheker.