dinsdag, 27. oktober 2015 - 21:42 Update: 27-10-2015 21:56

Onderzoek: Startprocedure schaatsen niet eerlijk

Onderzoek: Startprocedure schaatsen niet eerlijk
Foto: fbf
Utrecht

De huidige vorm van starten bij langebaanschaatsen is een loterij. Dat stellen onderzoekers van de Universiteit Utrecht en the University of Oxford dinsdag in het wetenschappelijke tijdschrift Frontiers in Psychology.

De tijd tussen het roepen van “Ready” door de scheidsrechter en het startschot verschilt per race. “Hoe langer het duurt voordat het startschot klinkt, hoe trager de finishtijd van de schaatsers.” Een van de onderzoekers is de Utrechtse masterstudent Beorn Nijenhuis, voormalig Nederlands kampioen schaatsen op de 1000 en 1500 meter.

Samen met de experimenteel psychologen Edwin Dalmaijer en Stefan van der Stigchel analyseerde Nijenhuis de 500 meter sprint van de Olympische Spelen in 2010. Daaruit bleek dat de zogenoemde ready-start-interval, het aantal seconden tussen het sein van de scheidsrechter om klaar te gaan staan en het startschot, van invloed is op de finishtijd van de atleet. Hoe langer het interval, hoe trager de eindtijd. 

Eerste of vijfde plaats

Die verschillen in intervallen per race kunnen het verschil betekenen tussen Olympisch goud op de 500 meter sprint, en zonder medaille huiswaarts keren. Stefan van der Stigchel, experimenteel psycholoog: “Als het interval al een seconde langer duurt, finishen de mannen gemiddeld 299 milliseconden trager. Bij de vrouwen is dat zelfs 672 milliseconden. Dat is op de 500 meter een verschil tussen de eerste en de vijfde plaats.” De tijd die verstreek tussen het omroepen van “ready” en het startschot liep in hun geanalyseerde schaatswedstrijden uiteen van ongeveer 3,5 tot 5,5 seconden.

Alertheid

Een mogelijke verklaring voor de correlatie is alertheid. “Atleten die het geluk hebben te starten met een zo’n kort mogelijk ready-start-interval blijken alerter te reageren als het startschot klinkt. Die alertheid neemt af naarmate het startschot langer uitblijft, en dat heeft dus consequenties voor de finishtijd.” Schaatsers die in een race starten waarin het interval lang duurt, zijn dus minder goed af dan de schaatsers die starten met een korter interval.

Stuk eerlijker

Dit probleem is volgens de onderzoekers vrij eenvoudig te verhelpen. Masterstudent aan de Universiteit Utrecht, medeauteur van het artikel en voormalig Olympisch schaatser Beorn Nijenhuis: “Zorg ervoor dat de tijd tussen 'ready' en startschot niet variabel is, maar dat deze tijd gelijk is in iedere race. Dat is een stuk eerlijker dan de manier waarop in het schaatsen nu nog gestart wordt.”

Categorie:
Provincie: