Ruim vijftigduizend toeschouwers gingen met een voldaan gevoel naar huis. Zij hadden negentig minuten een aanvallend, creatief en gretig Ajax gezien. Geen eindeloos gebrei achterin in een laag tempo, maar snel combinatievoetbal, met fraaie doelpunten als kers op de taart.
Zo moet het dus, zal Frank de Boer denken. De 45-jarige trainer experimenteerde tegen Roda met een driemansverdediging, achter een middenveld bestaande uit Nemanja Gudelj, Thulani Serero, Davy Klaassen en Daley Sinkgraven. Stuk voor stuk speelden zij een prima wedstrijd.
Maar de sterren van de avond stonden een linie daarvóór. Viktor Fischer speelde alsof hij nooit te kampen heeft gehad met een vormdip, Milik bleek plotseling de spits waar Ajax zo om verlegen zat, en Anwar El Ghazi was dreigend genoeg om de Roda-verdediging bezig te houden. Een alleszins geslaagd experiment dus.
Bliksemstart
Al binnen een handvol minuten kon die conclusie getrokken worden. Ajax zat op rozen na razendsnelle doelpunten van achtereenvolgens Fischer (intikker na een kopbal van Joël Veltman) en Milik (uit een lage voorzet van Fischer). Waren de geelzwarte bezoekers dan een tandeloze tijger? Nee, af en toe deelde Roda een speldenprikje uit. Zo schoot Hicham Faik in de zestiende minuut uit kansrijke positie voorlangs en even later deed ook Tomi Juric van zich spreken. Zijn schot werd gepareerd door Jasper Cillessen.
Maar net als in de periode daarvoor was het ook in het restant van de wedstrijd Ajax dat de klok sloeg. Klaassen onderschreef het machtsvertoon van de thuisploeg na 25 minuten als eindstation van een fraaie aanval over drie schijven en in de tweede helft deden Fischer en Milik opnieuw van zich spreken met ieder een doelpunt. Klaassen kon niet achterblijven en besloot de avond net als mede-uitblinkers Fischer en Milik op twee doelpunten.
Genoeg reden om de cruciale week waarin ontmoetingen met Fenerbahce en opnieuw Feyenoord op het programma staan met vertrouwen tegemoet te treden.