Op de Spoedeisende Hulpafdelingen (SEH) van ziekenhuizen in Nederland hebben zich afgelopen jaarwisseling 574 slachtoffers van vuurwerkongevallen gemeld. Dit zijn er 126 minder dan vorig jaar. De beperking van afsteektijden heeft geleid tot een flinke daling in het aantal vuurwerkslachtoffers op 31 december overdag.
Laagst aantal vuurwerkverwondingen sinds 2005
Terwijl voorheen vuurwerk afgestoken mocht worden vanaf 10 uur op oudejaarsdag, mocht dat afgelopen jaarwisseling pas vanaf 18 uur. Dit heeft geresulteerd in duidelijk minder vuurwerkslachtoffers op oudejaarsdag voor 18 uur: 8% deze jaarwisseling ten opzichte van 23% vorig jaar. Deze afname betreft vooral (80%) minder verwondingen door knalvuurwerk.
Evenveel omstanders als zelf-afstekers gewond
Bij alle gewonden met oud en nieuw waarvoor het type vuurwerk is geregistreerd op de SEH kwamen siervuurwerk en knalvuurwerk evenveel voor (respectievelijk 51% en 49%). Mensen raakten ook even vaak gewond door vuurwerk van anderen als door vuurwerk dat ze zelf afstaken (beide 50%).
De slachtoffers waren het vaakst gewond aan de handen/vingers (37%); verwondingen aan de ogen komen op de tweede plaats (24%). Het meest voorkomende type letsel zijn brandwonden (24%), maar ook amputaties (5%) komen voor. Van de gewonden is 26% via de SEH-afdeling opgenomen in het ziekenhuis – nooit eerder was dit percentage zo hoog.