De regeling houdt volgens de RvS geen rekening met de uiteenlopende gevolgen van het programma voor verschillende personen en situaties. Dit schrijft de Raad van State woensdag op de website. De RvS vindt dat 'de mogelijk ingrijpende gevolgen van de oplegging van het alcoholslotprogramma die zich in de praktijk voordoen, niet voldoende zijn afgewogen.
Het CBR moet een alcoholslotprogramma opleggen als aan de voorwaarden van de regeling wordt voldaan, zonder dat het daarbij rekening mag houden met de persoonlijke omstandigheden van de bestuurder. De regeling geeft het CBR evenmin ruimte om een individuele afweging te maken wanneer het alcoholslotprogramma in een concreet geval ingrijpende gevolgen heeft.
'Het verplicht opleggen van een alcoholslotprogramma leidt daarom in de praktijk tot ongelijkheid en willekeur, omdat het voor de één veel ernstiger gevolgen heeft dan voor de ander', aldus de RvS.