Op 11 mei 2006 werden Bendella en Fourkour bij de politie als vermist opgegeven. Het laatste dat van hen bekend was, was dat zij die nacht op pad gingen om een hennepplantage in Venray te gaan rippen. Aanvankelijk werd de zaak bekend als de Venrayse vermissingszaak. Later werd duidelijk dat de jongens zeer waarschijnlijk niet meer in leven waren en is de zaak in de media bekend geworden als de Venrayse moordzaak. Pas nadat Geert G. in 2014 bij de politie uitvoerig is gaan verklaren, werden de lichamen in een bosperceel in Arcen gevonden.
Zowel Lau G. als Geert G. hebben een cruciale rol gespeeld bij het doodschieten en daarna begraven van Fourkour en Bendella. Via de bewakingscamera was gebleken dat er een rip plaats vond in het pand in Venray. Beiden zijn ter plaatse gegaan en er is gedurende een periode van 20 minuten overlegd door Geert G. en Lau G. over wat er moest gebeuren. Zij hebben de jongens vervolgens samen ingesloten in het pand in Venray. De bedoeling was om daar een confrontatie aan te gaan met de rippers. Lau G. en Geert G. waren beiden bewapend. Lau G. heeft de jongens uiteindelijk allebei met een nekschot doodgeschoten, maar ook Geert G. had een belangrijke bijdrage.
De rechtbank legt aan Lau G. een levenslange gevangenisstraf op. Dat was ook de eis van de officier van justitie. Een andere straf is volgens de rechtbank niet passend, gelet op de initiërende, berekende en daarbij niets of niemand ontziende rol van Lau G. bij de gruwelijke feiten. Hij was bovendien de schutter.
De officier van justitie had tegen Geert G. een gevangenisstraf van 14 jaar geëist. Volgens de rechtbank is dit verschil niet uit te leggen. Weliswaar had Geert G. een andere rol dan Lau G. – hij was niet de schutter en ook niet de bedenker van het plan - maar hij heeft wel een belangrijke rol gespeeld.