De man heeft op klaarlichte dag in een winkelcentrum – waar veel winkelend publiek aanwezig was – na een korte woordenwisseling en handgemeen zijn slachtoffer doodgeschoten.
Geen noodweer
Er was volgens de rechtbank geen sprake van noodweer. Omdat het ging om een vechtpartij van niet langer dan één minuut waarbij de dader niet in levensgevaar was en alleen klappen kreeg, had hij niet het recht om zich te verdedigen met een vuurwapen. Ook was volgens de rechtbank geen sprake van noodweerexces, waarbij de dader zijn gedrag zou kunnen verdedigen doordat hij overmand zou zijn geweest door heftige emoties.
Het trekken van een vuurwapen was dusdanig excessief dat hij daar geen beroep op kan doen.
De man had anders kunnen en moeten reageren, zo oordeelt de rechtbank. Zo had hij hard om hulp kunnen roepen om de aanranding te doen stoppen en zijn armen kunnen gebruiken ter afwering. Dat zijn beide armen vrij waren blijkt uit zijn eigen verklaring. Tijdens de vechtpartij had hij immers tijd en gelegenheid om niet alleen het vuurwapen uit zijn jaszak te pakken maar ook om het met zijn beide handen door te laden.