dinsdag, 7. januari 2014 - 12:24 Update: 03-07-2014 0:45

Geeft werkster privéhuishoudens dienstencheque

Amsterdam

De Nederlandse overheid moet huishoudelijk werkers in privéhuishoudens dezelfde rechten geven als reguliere werknemers. Daarom moet de huidige wet- en regelgeving worden aangepast, de uitzonderingspositie van huishoudelijk werkers worden geschrapt en een belangrijk internationaal verdrag worden geratificeerd.

Dat zijn de belangrijkste conclusies uit het rapport ‘Rechtspositie huishoudelijk werk’ van de werkgroep Huishoudelijk werk van de FNV en de Ondernemersorganisatie Schoonmaak- en Bedrijfsdiensten (OSB).

Huishoudelijk werkers in Nederland zijn nu nog vaak niet verzekerd als ze ziek of arbeidsongeschikt raken. De FNV en de Ondernemersorganisatie Schoonmaak- en Bedrijfsdiensten (OSB) hebben het afgelopen jaar, samen met externe deskundigen, in de werkgroep Huishoudelijk Werk onderzocht hoe de positie van de huishoudelijk werkers verbeterd kan worden.

FNV-vicevoorzitter Catelene Passchier:

“Uit ons onderzoek blijkt dat huishoudelijk werk in ons land nog steeds als een bijbaantje wordt beschouwd. We willen dat de overheid hier verandering in brengt door het schrappen van de uitzonderingspositie van deze mensen.” De commissie Kalsbeek onderzoekt op dit moment in opdracht van minister Asscher de rechtspositie van huishoudelijk werkers in Nederland.

De FNV en OSB willen dat de commissie de conclusies van de werkgroep Huishoudelijk Werk meeneemt in haar advies aan de minister. Volgens de FNV en de OSB moet de huidige Regeling Dienstverlening aan Huis worden afgeschaft. In Nederland vallen naar schatting 150.000 huishoudelijk werkers, 80.000 alfahulpen, 50.000 pgb-zorgverleners en 10.000 gastouders onder deze regeling. De regeling werkt volgens de werkgroep zwart werken en het opzetten van schijnconstructies in de hand. Daardoor ontbreekt het vaak aan rechtsbescherming.