woensdag, 25. april 2018 - 8:08 Update: 25-04-2018 13:01

Lerarenkorps basisschool vergrijst: 20 procent ouder dan 55 jaar

Een op de vijf leraren in basisonderwijs is 55 plus
Foto: Archief FBF.nl
Den Haag

In het schooljaar 2017/’18 was 21 procent van de basisschoolleraren 55 jaar of ouder. In 2003/’04 was dat nog 11 procent. Vooral het aantal oudere mannen is relatief groot: een op de drie bassischoolleraren is 55 jaar of ouder. Dit blijkt uit een analyse die het CBS voor WNL heeft uitgevoerd.

Het lerarenkorps van de basisschool vergrijst. In 2003/’04 was 11 procent van de basisschoolleraren 55 jaar of ouder. In 2017/’18 was dat 21 procent. Die vergrijzing is vooral groot bij de mannen: ruim een op de drie leerkrachten is 55 jaar of ouder, van de vrouwen bijna één op de zes (18 procent). Over tien jaar hebben de meesten van hen het onderwijs verlaten.

Minder pabo-studenten

Het aantal potentiële nieuwe leerkrachten is ten opzichte van het schooljaar 2003/’04 gedaald. Zo waren er in 2003/’04 nog ruim 9,7 duizend eerstejaars hbo-studenten aan de pabo, in 2017/’18 ging het met 4,5 duizend om minder dan de helft. De laatste drie jaar neemt dit aantal overigens weer iets toe. 
In de afgelopen jaren hebben de pabo-opleidingen te maken gehad met wijzigingen in de selectie-eisen. Deze wijzingen zijn bedoeld om de kwaliteit van de opleidingen te verhogen, maar hebben ook gevolgen voor de instroom van het aantal eerstejaars. 

Het aantal mannen onder de pabostudenten is al jaren laag, maar met rond de 1 000 vrijconstant. Het aantal vrouwelijke studenten loopt terug. In het schooljaar 2003/’04 waren er 8,3 duizend vrouwen onder de eerstejaars hbo-studenten op de pabo, in 2016/’17 nog 3,3 duizend.

Een baan buiten het basisonderwijs

Niet iedereen die een pabo-diploma heeft gehaald, komt daadwerkelijk voor de klas te staan. Van de mannen met een pabo-diploma doen 6 op de 10 iets anders dan lesgeven. Een aantal is docent in het voortgezet onderwijs (6 procent), of is manager (10 procent). Vrouwen met een pabo-diploma die niet werken als basisschoolleraar zijn vaak leidster in de kinderopvang, onderwijsassistent (9 procent) of leerkracht in het voortgezet onderwijs (4 procent).

Minder basisschoolleerlingen

Het aantal kinderen in de basisschoolleeftijd is al afgenomen en zal in de toekomst verder dalen. In het schooljaar zaten meer dan 1,5 miljoen kinderen op basisscholen, in 2017/’18 nog 1,4 miljoen. Volgens de CBS Bevolkingsprognose zal het aantal kinderen van 5 tot en met 12 jaar in de komende tien jaar nog met zo’n 70 duizend afnemen in. Het aantal leerkrachten loopt echter niet volkomen samen met het aantal kinderen in het basisonderwijs vanwege het grote aantal leerkrachten dat in deeltijd werkt.