woensdag, 21. december 2016 - 8:43 Update: 23-12-2016 14:03

Gebruik desinfectantia leidt onvermijdelijk tot resistentieontwikkeling

Desinfectiemiddelen kunnen averechts werken
Foto: Archieffoto ter illustratie FBF
Den Haag

Desinfectiemiddelen als bacteriedodende handzeep doen meer kwaad dan goed. Daarvoor waarschuwt de Gezondheidsraad vandaag in een rapport.

Desinfecterende middelen zouden alleen gebruikt moeten worden waar ze echt nodig zijn. De middelen leveren een belangrijke bijdrage aan het voorkomen van infecties (en dus ziekte) bij mensen en dieren. Gebruik leidt echter tot resistentie, waarbij ook resistentie tegen antibiotica kan ontstaan. Daarom is beleid nodig dat een zorgvuldiger gebruik van desinfecterende middelen stimuleert. Dat adviseert de Gezondheidsraad aan de bewindspersonen van VWS en IenM.

Middelen doden ook bacteriën die van belang zijn

Desinfecterende middelen worden veel gebruikt in de gezondheidszorg, dierhouderij, levensmiddelenindustrie en waterzuivering. Toepassing is onmisbaar om bijvoorbeeld medische apparatuur te ontsmetten of besmetting en bederf van voedsel te voorkomen. Maar er zijn ook toepassingen waarvan de noodzaak niet is aangetoond, zoals dagelijks wassen van intensivecarepatiënten met chloorhexidine of routinematige desinfectie van vloeren, muren en plafonds in ziekenhuizen. Ook in het huishouden worden steeds meer desinfecterende middelen gebruikt, bijvoorbeeld in kleding, handzeep, tandpasta en mondwater. Voor de gezondheid is dat meestal helemaal niet nodig. Ook kunnen de middelen bacteriën doden die juist van belang zijn voor de gezondheid. Alleen bij medische indicaties kan desinfectie thuis zinvol zijn, dat zal in de regel om tijdelijke situaties gaan (verpleging ernstig zieke, mondinfectie).

Resistentie

Gebruik van desinfectantia leidt onvermijdelijk tot resistentieontwikkeling. Behalve tegen de middelen zelf kan ook resistentie ontstaan tegen antibiotica. Hierdoor kan het gebeuren dat deze middelen minder goed of zelfs helemaal niet meer werken. Hoe vaak resistentie tegen desinfecterende middelen voorkomt en welke bijdrage deze levert aan resistentie tegen antibiotica is niet bekend. Bij infectie-uitbraken wordt vaak niet onderzocht in hoeverre resistentie tegen desinfectantia een rol speelt. Verder worden het gebruik van desinfecterende middelen en de resistentieontwikkeling niet bijgehouden.

De raad adviseert dit wel te gaan doen, net zoals nu al met antibiotica gebeurt. Hoewel niet duidelijk is hoe groot het probleem van resistentieontwikkeling precies is, ziet de raad wel aanleiding om zorgvuldigheid te bepleiten. Gebruik van de middelen zou beperkt moeten worden tot situaties waarin ze bewezen meerwaarde hebben. Dit kan bijvoorbeeld door minder producten toe te laten op de markt voor consumenten. Verder beveelt de raad aan professionele gebruikers bij te scholen over een zorgvuldig gebruik en ook consumenten voor te lichten over een verstandige inzet van de middelen.