De American Heart Association (AHA) beschouwde en bediscussieerde het recente wetenschappelijke bewijs over de effecten van de inname van verzadigde vetten en het vervangen hiervan door andere typen vetten en koolhydraten op HVZ. Anders dan de huidige trend in consumptie doet vermoeden, bleek dat waar de inname van verzadigde vetten (o.a. uit melkvet (boter), reuzel (varken), palmolie en kokosolie) werd verlaagd en vervangen door onverzadigde plantaardige oliën (uit o.a. sojaolie, pindaolie, zonnebloemolie en walnoten), hart- en vaatziekten met ongeveer 30% verminderden.
Voorspellende observatieve studies in verschillende populaties toonden al dat een lagere inname van verzadigd vet in combinatie met een hogere inname van meervoudig onverzadigde vetten en enkelvoudig onverzadigde vetten in verband staat met lagere HVZ-prevalentie en andere belangrijke parameters waaronder sterfte. In tegenstelling hiermee is het vervangen van verzadigd vet met geraffineerde koolhydraten en suikers niet geassocieerd met lagere HVZ-cijfers en verminderden HVZ niet bij deze klinische studies. Of het vervangen van verzadigd vet in de voeding een positief of meer neutraal effect heeft op de gezondheid, hangt dus in feite af van hetgeen waarmee het verzadigd vet in de voeding wordt vervangen.
Conclusie
Als men kijkt naar het totaal aan wetenschappelijk bewijs, dat voldoet aan strenge criteria voor causaliteit, is er sterke bewijslast om te concluderen dat het verminderen van de inname van verzadigd vetten en het vervangen hiervan met onverzadigde vetten (met name meervoudig onverzadigde vetten), de incidentie van hart- en vaatziekten zal verlagen.