donderdag, 8. maart 2018 - 16:34 Update: 08-03-2018 16:54

Nieuwe richtlijn voor omgang met probleemgedrag bij dementie

Nieuwe richtlijn voor omgang met probleemgedrag bij dementie
Foto: Archief EHF/ foto ter illustratie
Utrecht

Verenso heeft samen met het Nederlands Instituut van Psychologen (NIP) een richtlijn uitgebracht over het omgaan met probleemgedrag, specifiek bij patiënten met dementie. Dit heeft Verenso, vereniging van specialisten ouderengeneeskunde, bekendgemaakt.

Herziening richtlijn 2008

Depressief gedrag, angstig gedrag, apathisch gedrag, psychotisch gedrag en geagiteerd gedrag zijn benoemd als de meest belangrijke vormen van probleemgedrag. In de richtlijn wordt voor elk van deze gedragingen bewijsmateriaal over farmacologische interventies en over psychologische en psychosociale interventies samengevat en beoordeeld middels uitgebreide literatuurreviews. Niet eerder is in een richtlijn op gelijke wijze het bewijs voor psychofarmaca en verschillende psychologische en psychosociale interventies beoordeeld. De richtlijn is een herziening van de richtlijn uit 2008. 

Betere kwaliteit leven van patiënten met dementie

De nieuwe richtlijn draagt bij aan een betere kwaliteit van leven van patiënten met dementie en probleemgedrag en draagt ook bij aan een betere samenwerking tussen de verschillende disciplines. Prof. dr. S.U. (Sytse) Zuidema, voorzitter richtlijn en hoogleraar UMCG: 'Een belangrijk doel van de richtlijn is om de lijdensdruk te verminderen, zowel van de persoon met dementie zelf, maar vaak ook van degenen die voor de persoon met dementie zorgen. Daarvoor kan het nodig zijn dat het gedrag verandert, maar dat is niet vanzelfsprekend en ook niet altijd mogelijk. Lijdensdruk en gevaar kunnen ook afnemen als enkel de omgeving verandert en interventies zich concentreren op verlichting van de belasting van de (mantel)zorgers.'

'Probleemgedrag'

‘Probleemgedrag’ wordt in de richtlijn omschreven als ‘alle gedrag dat gepaard gaat met lijdensdruk of gevaar voor de persoon met dementie of voor mensen in zijn of haar omgeving.’ De kerngroep heeft bewust voor de term ‘probleemgedrag’  gekozen in plaats van voor termen als ‘onbegrepen gedrag’, ‘moeilijk te begrijpen gedrag’ of ‘moeilijk te hanteren gedrag’. 

Opgave

Dr. M. (Martin) Smalbrugge, vicevoorzitter en hoofd opleidingsinstituut specialisme ouderengeneeskunde VUmc: 'Het woord probleem, afgeleid van problema dat opgave betekent, geeft ons inziens goed aan dat we voor een opgave staan. Onze definitie van probleemgedrag en ook de gepropageerde methodische werkwijze om de onderliggende oorzaken van het probleem te verhelderen, geven duidelijk aan dat gebruik van de term ‘probleemgedrag’ niet impliceert dat het probleem in de persoon met dementie gezocht moet worden.'

De richtlijn richt zich op probleemgedrag bij mensen met dementie. Het eerste uitgangspunt is de multidisciplinaire/methodische aanpak; eerst analyseren wat er aan de hand is, dan behandelen. Een tweede uitgangspunt is dat de richtlijn is toegespitst op de behandeling van probleemgedrag bij mensen met dementie. Een derde betreft het feit dat zowel psychosociale en psychologische behandelinterventies als farmacologische interventies  in de richtlijn zijn opgenomen. 

Richtlijn breed toepasbaar

Een vierde punt is dat er nadruk wordt gelegd op het monitoren en evalueren van psychofarmaca en dat hiervoor handvatten worden aangereikt, met als doel te komen tot passend gebruik van psychofarmaca. Een vijfde uitgangspunt is dat de richtlijn breed toepasbaar moet zijn, ongeacht de setting. De richtlijn is breed toepasbaar, dus niet alleen in het verpleeghuis maar bijvoorbeeld ook in thuissituatie. Daarnaast legt de richtlijn de nadruk op een persoonsgerichte benadering van mensen met dementie en hun naasten.

Categorie:
Provincie: